‹ RoddelDe vijand helpen ›
Jaloersheid
Gepubliceerd op 26-05-2010

Een steen is zwaar, en het zand gewichtig; maar de toornigheid des dwazen is zwaarder dan die beide.

Spreuken 27:3

Grimmigheid en overloping van toorn is wreedheid; maar wie zal voor nijdigheid bestaan?

Spreuken 27:4

Een regelmatig terugkerende vergelijking in Spreuken betreft het argument a minore ad majus, dat wil zeggen, als X het geval is dan is er veel meer Y. Zo'n argument zien we in dit vers 3, bovendien is er een metaforische verschuiving: Een steen is zwaar en zand is zwaar, maar de ergernis van een dwaas is zwaarder dan beiden.

In vers 4 zien we ook zo'n vergelijking, waarbij iemand wordt gedwongen om na te denken waarom jaloezie zo veel erger is dan woede of boosheid (in het Hebreeuws zijn deze twee woorden vaak synoniemen). Interessant is dat het woord קִנְאָה "jaloersheid (SV nijdigheid)", wat hier wordt gebruikt, slechts op twee andere plaatsen voorkomt in Spreuken, nl. in 6:34 waar wordt beschreven dat jaloersheid de oorzaak is om de toorn en wraak van een man op te wekken tegen haar partner in overspel; in 14:30 waarin het contrast duidelijk wordt gemaakt tussen de rust van de geest met de voosheid van de botten die de jaloezie kenmerkt. De onweerstaanbaarheid van jaloezie lijkt te bestaan in het feit dat zij destructief is in twee richtingen: het vreet aan de persoon die jaloers is en als het explodeert en openbaar wordt, het veranderd tot toorn tegen de persoon die het voorwerp is van dat jaloezie.


Tags: Bijbelstudie, Pastoraat, Spreuken, Wijsheidliteratuur
Gerelateerde onderwerpen: Bijbelstudie, Pastoraat, Wijsheidliteratuur

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken