22:1 | En hij toonde mij een zuivere rivier van het water des levens, klaar als kristal, voortkomende uit den troon Gods, en des Lams. |
22:2 | In het midden van haar straat en op de ene en de andere zijde der rivier was de boom des levens, voortbrengende twaalf vruchten, van maand tot maand gevende zijne vrucht; en de bladeren des booms waren tot genezing der heidenen. |
22:3 | En geen vervloeking zal er meer tegen [iemand] zijn; en de troon Gods en des Lams zal daarin zijn, en Zijn dienstknechten zullen Hem dienen; |
22:4 | En zullen Zijn aangezicht zien, en Zijn Naam zal op hun voorhoofden zijn. |
22:5 | En aldaar zal geen nacht zijn, en zij zullen geen kaars noch licht der zon van node hebben; want de Heere God verlicht hen; en zij zullen als koningen heersen in alle eeuwigheid. |
22:6 | En hij zeide tot mij: Deze woorden zijn getrouw en waarachtig; en de Heere, de God der heilige profeten, heeft Zijn engel gezonden, om Zijn dienstknechten te tonen, hetgeen haast moet geschieden. |
22:7 | Ziet, Ik kom haastelijk; zalig is hij, die de woorden der profetie dezes boeks bewaart. |
22:8 | En ik, Johannes, ben degene, die deze dingen gezien en gehoord heb. En toen ik ze gehoord en gezien had, viel ik [neder] om aan te bidden voor de voeten des engels, die mij deze dingen toonde. |
22:9 | En hij zeide tot mij: Zie, dat gij het niet [doet]; want ik ben uw mededienstknecht, en uwer broederen, der profeten, en dergenen, die de woorden dezes boeks bewaren; aanbid God. |
22:10 | En hij zeide tot mij: Verzegel de woorden der profetie dezes boeks niet; want de tijd is nabij. |
22:11 | Die onrecht doet, dat hij nog onrecht doe; en die vuil is, dat hij nog vuil worde; en die rechtvaardig is, dat hij nog gerechtvaardigd worde; en die heilig is, dat hij nog geheiligd worde. |
22:12 | En zie, Ik kom haastelijk; en Mijn loon is met Mij, om een iegelijk te vergelden, gelijk zijn werk zal zijn. |
22:13 | Ik ben de Alfa, en de Omega, het Begin en het Einde; de Eerste en de Laatste. |
22:14 | Zalig zijn zij, die Zijn geboden doen, opdat hun macht zij aan den boom des levens, en zij door de poorten mogen ingaan in de stad. |
22:15 | Maar buiten zullen zijn de honden, en de tovenaars, en de hoereerders, en de doodslagers, en de afgodendienaars, en een iegelijk, die de leugen liefheeft, en doet. |
22:16 | Ik, Jezus, heb Mijn engel gezonden om ulieden deze dingen te getuigen in de Gemeenten. Ik ben de Wortel en het geslacht Davids, de blinkende Morgenster. |
22:17 | En de Geest en de Bruid zeggen: Kom! En die het hoort, zegge: Kom! En die dorst heeft, kome; en die wil, neme het water des levens om niet. |
22:18 | Want ik betuig aan een iegelijk, die de woorden der profetie dezes boeks hoort: Indien iemand tot deze dingen toedoet, God zal hem toedoen de plagen, die in dit boek geschreven zijn. |
22:19 | En indien iemand afdoet van de woorden des boeks dezer profetie, God zal zijn deel afdoen uit het boek des levens, en uit de heilige stad, en [uit] hetgeen in dit boek geschreven is. |
22:20 | Die deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom haastelijk. Amen. Ja, kom, Heere Jezus! |
22:21 | De genade van onzen Heere Jezus Christus [zij] met u allen. Amen. |