Ezechiel 8:5

SVEn Hij zeide tot mij: Mensenkind, hef nu uw ogen op naar den weg van het noorden; en ik hief mijn ogen op naar den weg van het noorden, en ziet, tegen het noorden aan de poort van het altaar was dit beeld der ijvering, in den ingang.
WLCוַיֹּ֣אמֶר אֵלַ֔י בֶּן־אָדָ֕ם שָׂא־נָ֥א עֵינֶ֖יךָ דֶּ֣רֶךְ צָפֹ֑ונָה וָאֶשָּׂ֤א עֵינַי֙ דֶּ֣רֶךְ צָפֹ֔ונָה וְהִנֵּ֤ה מִצָּפֹון֙ לְשַׁ֣עַר הַמִּזְבֵּ֔חַ סֵ֛מֶל הַקִּנְאָ֥ה הַזֶּ֖ה בַּבִּאָֽה׃
Trans.wayyō’mer ’ēlay ben-’āḏām śā’-nā’ ‘êneyḵā dereḵə ṣāfwōnâ wā’eśśā’ ‘ênay dereḵə ṣāfwōnâ wəhinnēh miṣṣāfwōn ləša‘ar hammizəbēḥa sēmel haqqinə’â hazzeh babi’â:

Algemeen

Zie ook: Altaar, Noord (windstreek), Pad, Straat, Weg

Aantekeningen

En Hij zeide tot mij: Mensenkind, hef nu uw ogen op naar den weg van het noorden; en ik hief mijn ogen op naar den weg van het noorden, en ziet, tegen het noorden aan de poort van het altaar was dit beeld der ijvering, in den ingang.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּ֣אמֶר

En Hij zeide

אֵלַ֔י

-

בֶּן־

tot mij: Mensenkind

אָדָ֕ם

-

שָׂא־

hef

נָ֥א

-

עֵינֶ֖יךָ

nu uw ogen

דֶּ֣רֶךְ

naar den weg

צָפ֑וֹנָה

van het noorden

וָ

-

אֶשָּׂ֤א

op

עֵינַי֙

mijn ogen

דֶּ֣רֶךְ

op naar den weg

צָפ֔וֹנָה

van het noorden

וְ

-

הִנֵּ֤ה

-

מִ

-

צָּפוֹן֙

en ziet, tegen het noorden

לְ

-

שַׁ֣עַר

aan de poort

הַ

-

מִּזְבֵּ֔חַ

van het altaar

סֵ֛מֶל

was dit beeld

הַ

-

קִּנְאָ֥ה

der ijvering

הַ

-

זֶּ֖ה

-

בַּ

-

בִּאָֽה

in den ingang


En Hij zeide tot mij: Mensenkind, hef nu uw ogen op naar den weg van het noorden; en ik hief mijn ogen op naar den weg van het noorden, en ziet, tegen het noorden aan de poort van het altaar was dit beeld der ijvering, in den ingang.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!