Aantekeningen bij de Bijbel
Vragen, overdenkingen en achtergronden over de Bijbel,
welke resulteren in allerlei aantekeningen.
SV | Maar al de Grieken namen Sosthenes, den overste der synagoge, en sloegen [hem] voor den rechterstoel; en Gallio trok zich geen van deze dingen aan. |
Steph | επιλαβομενοι δε παντες οι ελληνεσ σωσθενην τον αρχισυναγωγον ετυπτον εμπροσθεν του βηματος και ουδεν τουτων τω γαλλιωνι εμελεν
|
Trans. | epilabomenoi de pantes oi ellēnes̱ sōsthenēn ton archisynagōgon etypton emprosthen tou bēmatos kai ouden toutōn tō galliōni emelen |
Algemeen
Zie ook: Gallio (persoon), Griekenland, Overste synagoge, Sosthenes, Synagoge
1 Corinthiers 1:1
Aantekeningen
Maar al de Grieken namen Sosthenes, den overste der synagoge, en sloegen [hem] voor den rechterstoel; en Gallio trok zich geen van deze dingen aan.
- Sosthenes, niet duidelijk of dit dezelfde Sosthenes is als in 1 Cor. 1:1.
- rechterstoel, De bema was in de Grieks-Romeinse cultuur een verhoogd platform waar men kon spreken. Als metonymie was de bema het verlengstuk van de verhoogde zetel van de rechter waar recht werd gesproken en de oordelen werden geveld.
- Gallio, Marcus Annaeus Novatus, de oudere broer van de beroemde staatsman en filosoof Seneca, werd geboren in Cordoba, Spanje. Hij veranderde zijn naam in Junius Annaeus Gallio nadat hij was aangenomen door Lucius Junius Gallio, een rijke Romeinse burger. Gallio werd leraar en politiek functionaris voor de keizer Nero.
Vertaalnotities
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
αρχισυναγωγον
den overste der synagoge
|
Maar al de Grieken namen Sosthenes, den overste der synagoge, en sloegen [hem] voor den rechterstoel; en Gallio trok zich geen van deze dingen aan.
- Ἕλλην G1672 "Griek"; 1) een bewoner van Griekenland, of 2) een aanduiding voor iemand die geen Jood is.
- αρχισυναα (archisynagōgōn) Iemand die administratieve functies (niet geestelijke) in de synagoge verrichtte. In de Bijbel worden Jairus (Mark 5:22, 35, 36, 38) en Crispus (Hand. 18:8) en Sosthenes (Hand. 18:17) genoemd.
- βῆμα G968 "spreekgestoelte, verhoging" (Mat. 27:19; Joh. 19:13; Hand. 7:5; 12:21; 18:12, 16-17; 25:6, 10 17; Rom. 14:10; 2 Cor. 5:10 †); De bema was in de Grieks-Romeinse cultuur een verhoogd platform waar men kon spreken. Als metonymie was de bema het verlengstuk van de verhoogde zetel van de rechter waar recht werd gesproken en de oordelen werden geveld.
____
- πάντες "iedereen" p74 א A B 629 itc itdem itp itph itro itw vg copbo WH NRtext CEI Riv TILC Nv NM; πάντες οἱ Ἕλληνες "al de Grieken" D E L P Ψ 049 056 0120 0142 33 88 104 181 326 330 436 451 614 630 945 1175 1241 1409 1505 1739 1877 1891 2127 2344 2412 2492 2495 Byz itar itd ite itgig (ith) syrp syrh copsa arm eth geo slav Ephraem Chrysostom1/2 (Augustine) Greek mssvolgens Bede ς NRmg ND Dio; πάντες οἱ Ἰουδαῖοι "al de Joden" 36 307 431 453 610 678; "de Grieken" komt niet voor in alle handschriften (derhalve ook niet in de NBG51, NBV en WV96)
- ἔμελεν ς WH; ἔμελλεν Byz; ἔμελεν.tunc Gallio fingebat enum non videre (D gewist) itd
Koop nu
Commentaar
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!