SV | Waarom zoudt Gij zijn als een versaagd man, als een held, [die] niet kan verlossen? Gij zijt toch in het midden van ons, o HEERE! en wij zijn naar Uw Naam genoemd, verlaat ons niet. |
WLC | לָ֤מָּה תִֽהְיֶה֙ כְּאִ֣ישׁ נִדְהָ֔ם כְּגִבֹּ֖ור לֹא־יוּכַ֣ל לְהֹושִׁ֑יעַ וְאַתָּ֧ה בְקִרְבֵּ֣נוּ יְהוָ֗ה וְשִׁמְךָ֛ עָלֵ֥ינוּ נִקְרָ֖א אַל־תַּנִּחֵֽנוּ׃ ס |
Trans. | lāmmâ ṯihəyeh kə’îš niḏəhām kəḡibwōr lō’-yûḵal ləhwōšî‘a wə’atâ ḇəqirəbēnû JHWH wəšiməḵā ‘ālênû niqərā’ ’al-tanniḥēnû: |
Waarom zoudt Gij zijn als een versaagd man, als een held, [die] niet kan verlossen? Gij zijt toch in het midden van ons, o HEERE! en wij zijn naar Uw Naam genoemd, verlaat ons niet.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Waarom zoudt Gij zijn als een versaagd man, als een held, [die] niet kan verlossen? Gij zijt toch in het midden van ons, o HEERE! en wij zijn naar Uw Naam genoemd, verlaat ons niet.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!