SV | Zo zegt de HEERE: Staat op de wegen, en ziet toe, en vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg zij, en wandelt daarin; zo zult gij rust vinden voor uw ziel; maar zij zeggen: Wij zullen [daarin] niet wandelen. |
WLC | כֹּ֣ה אָמַ֣ר יְהוָ֡ה עִמְדוּ֩ עַל־דְּרָכִ֨ים וּרְא֜וּ וְשַׁאֲל֣וּ ׀ לִנְתִבֹ֣ות עֹולָ֗ם אֵי־זֶ֨ה דֶ֤רֶךְ הַטֹּוב֙ וּלְכוּ־בָ֔הּ וּמִצְא֥וּ מַרְגֹּ֖ועַ לְנַפְשְׁכֶ֑ם וַיֹּאמְר֖וּ לֹ֥א נֵלֵֽךְ׃ |
Trans. | kōh ’āmar JHWH ‘iməḏû ‘al-dərāḵîm ûrə’û wəša’ălû linəṯiḇwōṯ ‘wōlām ’ê-zeh ḏereḵə haṭṭwōḇ ûləḵû-ḇāh ûmiṣə’û marəgwō‘a lənafəšəḵem wayyō’mərû lō’ nēlēḵə: |
Zo zegt de HEERE: Staat op de wegen, en ziet toe, en vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg zij, en wandelt daarin; zo zult gij rust vinden voor uw ziel; maar zij zeggen: Wij zullen [daarin] niet wandelen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Zo zegt de HEERE: Staat op de wegen, en ziet toe, en vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg zij, en wandelt daarin; zo zult gij rust vinden voor uw ziel; maar zij zeggen: Wij zullen [daarin] niet wandelen.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!