Aantekeningen bij de Bijbel
Vragen, overdenkingen en achtergronden over de Bijbel,
welke resulteren in allerlei aantekeningen.
SV | En Ik zal Jeruzalem stellen tot [steen]hopen, [tot] een woning der draken; en de steden van Juda zal Ik stellen [tot] een verwoesting, zonder inwoner. |
WLC | וְנָתַתִּ֧י אֶת־יְרוּשָׁלִַ֛ם לְגַלִּ֖ים מְעֹ֣ון תַּנִּ֑ים וְאֶת־עָרֵ֧י יְהוּדָ֛ה אֶתֵּ֥ן שְׁמָמָ֖ה מִבְּלִ֖י יֹושֵֽׁב׃ ס |
Trans. | 9:10 wənāṯatî ’eṯ-yərûšālaim ləḡallîm mə‘wōn tannîm wə’eṯ-‘ārê yəhûḏâ ’etēn šəmāmâ mibəlî ywōšēḇ: |
Algemeen
Zie ook: Jeruzalem, Reptielen
Aantekeningen
En Ik zal Jeruzalem stellen tot [steen]hopen, [tot] een woning der draken; en de steden van Juda zal Ik stellen [tot] een verwoesting, zonder inwoner.
- Jeruzalem stellen tot [steen]hopen, Met andere woorden Jeruzalem wordt een ruïnestad waar de vele wilde dieren weer gaan rondlopen omdat er geen bewoners meer zijn.
- een woning der draken, we moeten hier denken aan de vele kleine reptielen, zoals hagedissen en gekko's, die zich tussen de steenhopen en ruïnes verschuilen.
Vertaalnotities
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
En Ik zal Jeruzalem stellen tot [steen]hopen, [tot] een woning der draken; en de steden van Juda zal Ik stellen [tot] een verwoesting, zonder inwoner.
- תַּנִּין H8577 dier "reptiel"; Wordt in de diverse Bijbelvertalingen in de verschillende Bijbelteksten weergegeven met een groot aantal dieren: krokodil, jakhals, monster, zeemonster, zeekalveren, walvissen, slang, grote zeedieren, grote gedrochten, zeeslangen en draken. Determinatie op basis van de Bijbelse gegevens levert het volgende op: Het kan zowel een waterdier zijn (Gen. 1:21; Job 7:12; Ps. 74:13; 148:7?; Jes. 27:1; 35:7; 51:9; Ezech, 29:3; 32:2) als een slangachtig dier (Ex. 7:9-12). Ze zijn giftig (Deut. 32:33), vraatzuchtig (Jer. 51:34) en hebben borsten (Klaagl. 4:3 ?). Komt ook op woestijn/woeste/verlaten plekken voor (Neh. 2:13; Job 30:29; Ps. 44:20; 91:13; Jes. 13:22; 34:13; 35:7; 43:20; Jer. 9:11; 10:22; 14:6; 49:33; 51:37; Mal. 1:3) en maakt een schreeuwachtig geluid (Mich. 1:8). Op basis van deze gegevens lijkt het eerder om een soortnaam te gaan dan een individueel dier, waarbij de diverse kenmerken (op Klaagl. 4:3 na) wijzen op een reptiel.
____
- Afwijkende versnummering: hoofdstuk/vers MT 9:10; LXX 9:11;
- אֶת MT; omissie Kennicott30;
- יְרוּשָׁלִַ֛ם MT; ירושלים Kennicott96 107; ירשלם Kennicott112;
- מְעֹ֣ון MT 4QJera; omissie Kennicott80;
- תַּנִּ֑ים MT 4QJera; תנין Kennicott93 (aanvankelijk Kennicott50); δρακόντων LXX ABP draconum Vg; omissie Kennicott80;
- וְאֶת־עָרֵ֧י יְהוּדָ֛ה אֶתֵּ֥ן MT 4QJera;
- שְׁמָמָ֖ה MT 4QJera; omissie Kennicott80;
- מִבְּלִ֖י MT (4QJera); מאין Kennicott18 83 93 116 149 151 158 170 182 191 195 224 246 253 260 384 666; wissing erboven בלי Kennicott128;
- יוֹשֵֽׁב MT; ישב Kennicott2 23 30 76 82 89 93 102 107 108 111 151 168 187 253 258 260 264;
- Voorkomend in 4Q70=4QJera (fragmentarisch);
____
- In 4QJera is er na het laatste woord een lege ruimte tot einde regel, overeenkomend met ׃ ס in de MT.
Koop nu
Commentaar
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!