SV | [Teth.] Haar poorten zijn in de aarde verzonken; Hij heeft haar grendelen verdorven en gebroken; haar koning en haar vorsten zijn onder de heidenen; er is geen wet; haar profeten vinden ook geen gezicht van den HEERE. |
WLC | טָבְע֤וּ בָאָ֙רֶץ֙ שְׁעָרֶ֔יהָ אִבַּ֥ד וְשִׁבַּ֖ר בְּרִיחֶ֑יהָ מַלְכָּ֨הּ וְשָׂרֶ֤יהָ בַגֹּויִם֙ אֵ֣ין תֹּורָ֔ה גַּם־נְבִיאֶ֕יהָ לֹא־מָצְא֥וּ חָזֹ֖ון מֵיְהוָֽה׃ ס |
Trans. | ṭāḇə‘û ḇā’āreṣ šə‘āreyhā ’ibaḏ wəšibar bərîḥeyhā maləkāh wəśāreyhā ḇagwōyim ’ên twōrâ gam-nəḇî’eyhā lō’-māṣə’û ḥāzwōn mêJHWH: |
[Teth.] Haar poorten zijn in de aarde verzonken; Hij heeft haar grendelen verdorven en gebroken; haar koning en haar vorsten zijn onder de heidenen; er is geen wet; haar profeten vinden ook geen gezicht van den HEERE.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
[Teth.] Haar poorten zijn in de aarde verzonken; Hij heeft haar grendelen verdorven en gebroken; haar koning en haar vorsten zijn onder de heidenen; er is geen wet; haar profeten vinden ook geen gezicht van den HEERE.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!