Aantekeningen bij de Bijbel: Mattheus 21:1

Mattheus 21:1

SV	En als zij nu Jeruzalem genaakten, en gekomen waren te Beth-fage, aan de Olijfberg, toen zond Jezus twee discipelen, zeggende tot hen:
Steph	και οτε ηγγισαν εις ιεροσολυμα και ηλθον εις βηθφαγη προσ το ορος των ελαιων τοτε ο ιησους απεστειλεν δυο μαθητας
Trans.	kai ote ēngisan eis ierosolyma kai ēlthon eis bēthphagē pros̱ to oros tōn elaiōn tote o iēsous apesteilen dyo mathētas

Algemeen

Zie ook: Beth-fage (plaats), Jeruzalem, Jezus Christus, Olijfberg, Olijfboom
Markus 11:1, Lukas 19:29

Overzicht

De intocht in Jeruzalem
Reiniging van de tempel
De vijgenboom verdord
Doop van Johannes
Gelijkenis van twee zonen
Gelijkenis van de boze wijngaardeniers

Aantekeningen

En als zij nu Jeruzalem genaakten, en gekomen waren te Beth-fage, aan de Olijfberg, toen zond Jezus twee discipelen, zeggende tot hen:

Beth-fage, Beth-fage "plaats van de jonge vijgen", een dorpje op de Olijfberg, waarvan de precieze locatie niet bekend is (Mat. 21:1; Mark. 11:1; Luk. 19:29).

Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.

και

G2532

οτε

G3753

als

ηγγισαν

genaakten

εις

ιεροσολυμα

zij nu Jeruzalem

και

ηλθον

gekomen waren

εις

βηθσφαγη

Beth-fagé

προς

G4314

aan

το

G3588

ορος

G3735

den Olijfberg

των

ελαιων

τοτε

toen

ιησους

Jezus

απεστειλεν

G649

zond

G5656

δυο

G1417

twee

μαθητας

G3101

discipelen

En als zij nu Jeruzalem genaakten, en gekomen waren te Beth-fage, aan de Olijfberg, toen zond Jezus twee discipelen, zeggende tot hen:

Ἱεροσόλυμα ^G2414 plaatsnaam "Jeruzalem", afgeleid van het Hebreeuws יְרוּשָׁלַ͏ִם ^H3389.
Βηθφαγή ^G967 plaatsnaam "Beth-fage" (Mat. 21:1; Mark. 11:1; Luk. 19:29 †); Van het Aramees בַּיִת ^H1005 (cf. Hebr. בַּיִת ^H1004) en פַּג ^H6291 "plaats van de jonge vijgen";

____

Βηθφαγὴ ς; Βηθσφαγὴ Byz
εἰς τὸ B (C καὶ εἰς) 33 pc it^a it^b it^c it^e it^ff1 it^ff2 it^h itⁿ it^q it^r1 WH; πρὸς τὸ ‭א D E G K L W Y Θ Π f¹ f¹³ 565 700 892 Byz ς
Ἰησοῦς B D 700 pc; ὁ Ἰησοῦς ‭א C L W Θ f¹ f¹³ Byz ς; omissie 1241 pc
Komt niet voor in minuscule 38, δ 355 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 137): Mat. 14:15-15:30; 20:14-21:37; Mark. 12:3-13:4.
Lacune in minuscule 396, ε 217 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 185-186): Mat. 1:1-23:27;
Lacune in minuscule 416, ε 422 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 187-188): Mat. 1:1-25:36; 26:17-27:17; 27:35-Mark. 2:25; Joh. 18:8-21:25;
Lacune in minuscule 472, α 1386 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 193) Mat. 4:1-7:6, 20:21-21:12, Luk. 4:29-5:1, 16:24-17:13, 20:19-41, Joh. 6:51-8:2, 12:20-40, 14:27-15:13, 17:6-18:2, 18:37-19:14;

____

In de diverse manuscripten wordt λεγων αυτοις "zei tegen hen" bij vers 2 geplaatst.

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!