SV | En de HEERE, de God Israels, gaf Sihon met al zijn volk in de hand van Israel, dat zij hen sloegen; alzo nam Israel erfelijk in het ganse land der Amorieten, die in datzelve land woonden. |
WLC | וַ֠יִּתֵּן יְהוָ֨ה אֱלֹהֵֽי־יִשְׂרָאֵ֜ל אֶת־סִיחֹ֧ון וְאֶת־כָּל־עַמֹּ֛ו בְּיַ֥ד יִשְׂרָאֵ֖ל וַיַּכּ֑וּם וַיִּירַשׁ֙ יִשְׂרָאֵ֔ל אֵ֚ת כָּל־אֶ֣רֶץ הָאֱמֹרִ֔י יֹושֵׁ֖ב הָאָ֥רֶץ הַהִֽיא׃ |
Trans. | wayyitēn JHWH ’ĕlōhê-yiśərā’ēl ’eṯ-sîḥwōn wə’eṯ-kāl-‘ammwō bəyaḏ yiśərā’ēl wayyakûm wayyîraš yiśərā’ēl ’ēṯ kāl-’ereṣ hā’ĕmōrî ywōšēḇ hā’āreṣ hahî’: |
En de HEERE, de God Israëls, gaf Sihon met al zijn volk in de hand van Israël, dat zij hen sloegen; alzo nam Israël erfelijk in het ganse land der Amorieten, die in datzelve land woonden.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En de HEERE, de God Israels, gaf Sihon met al zijn volk in de hand van Israel, dat zij hen sloegen; alzo nam Israel erfelijk in het ganse land der Amorieten, die in datzelve land woonden.
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!