SV | En het geschiedde, als hij haar zag, zo verscheurde hij zijn klederen, en zeide: Ach mijn dochter! gij hebt mij ganselijk nedergebogen, en gij zijt onder degenen, die mij beroeren; want ik heb mijn mond opengedaan tot den HEERE, en ik zal niet kunnen teruggaan. |
WLC | וַיְהִי֩ כִרְאֹותֹ֨ו אֹותָ֜הּ וַיִּקְרַ֣ע אֶת־בְּגָדָ֗יו וַיֹּ֙אמֶר֙ אֲהָ֤הּ בִּתִּי֙ הַכְרֵ֣עַ הִכְרַעְתִּ֔נִי וְאַ֖תְּ הָיִ֣יתְ בְּעֹֽכְרָ֑י וְאָנֹכִ֗י פָּצִ֤יתִי־פִי֙ אֶל־יְהוָ֔ה וְלֹ֥א אוּכַ֖ל לָשֽׁוּב׃ |
Trans. | wayəhî ḵirə’wōṯwō ’wōṯāh wayyiqəra‘ ’eṯ-bəḡāḏāyw wayyō’mer ’ăhāh bitî haḵərē‘a hiḵəra‘ətinî wə’atə hāyîṯə bə‘ōḵərāy wə’ānōḵî pāṣîṯî-fî ’el-JHWH wəlō’ ’ûḵal lāšûḇ: |
En het geschiedde, als hij haar zag, zo verscheurde hij zijn klederen, en zeide: Ach mijn dochter! gij hebt mij ganselijk nedergebogen, en gij zijt onder degenen, die mij beroeren; want ik heb mijn mond opengedaan tot den HEERE, en ik zal niet kunnen teruggaan.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En het geschiedde, als hij haar zag, zo verscheurde hij zijn klederen, en zeide: Ach mijn dochter! gij hebt mij ganselijk nedergebogen, en gij zijt onder degenen, die mij beroeren; want ik heb mijn mond opengedaan tot den HEERE, en ik zal niet kunnen teruggaan.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!