SV | En het zal geschieden, dat al de overgeblevenen van alle heidenen, die tegen Jeruzalem zullen gekomen zijn, die zullen van jaar tot jaar optrekken om aan te bidden den Koning, den HEERE der heirscharen, en om te vieren het feest der loofhutten. |
WLC | וְהָיָ֗ה כָּל־הַנֹּותָר֙ מִכָּל־הַגֹּויִ֔ם הַבָּאִ֖ים עַל־יְרֽוּשָׁלִָ֑ם וְעָל֞וּ מִדֵּ֧י שָׁנָ֣ה בְשָׁנָ֗ה לְהִֽשְׁתַּחֲוֹת֙ לְמֶ֙לֶךְ֙ יְהוָ֣ה צְבָאֹ֔ות וְלָחֹ֖ג אֶת־חַ֥ג הַסֻּכֹּֽות׃ |
Trans. | wəhāyâ kāl-hannwōṯār mikāl-hagwōyim habā’îm ‘al-yərûšālāim wə‘ālû midê šānâ ḇəšānâ ləhišətaḥăwōṯ ləmeleḵə JHWH ṣəḇā’wōṯ wəlāḥōḡ ’eṯ-ḥaḡ hassukwōṯ: |
En het zal geschieden, dat al de overgeblevenen van alle heidenen, die tegen Jeruzalem zullen gekomen zijn, die zullen van jaar tot jaar optrekken om aan te bidden den Koning, den HEERE der heirscharen, en om te vieren het feest der loofhutten.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En het zal geschieden, dat al de overgeblevenen van alle heidenen, die tegen Jeruzalem zullen gekomen zijn, die zullen van jaar tot jaar optrekken om aan te bidden den Koning, den HEERE der heirscharen, en om te vieren het feest der loofhutten.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!