G23 ἀγανακτέω
iets kwalijk nemen, verontwaardigd zijn

Bijbelteksten

Mattheus 20:24En als de [andere] tien [dat] hoorden, namen zij het zeer kwalijk van de twee broeders.
Mattheus 21:15Als nu de overpriesters en Schriftgeleerden zagen de wonderheden, die Hij deed, en de kinderen, roepende in den tempel, en zeggende: Hosanna den Zone Davids! namen zij dat zeer kwalijk;
Mattheus 26:8En Zijn discipelen, [dat] ziende, namen het zeer kwalijk, zeggende: Waartoe dit verlies?
Markus 10:14Maar Jezus, [dat] ziende, nam het zeer kwalijk, en zeide tot hen: Laat de kinderkens tot Mij komen, en verhindert ze niet; want derzulken is het Koninkrijk Gods.
Markus 10:41En als de [andere] tien [dit] hoorden, begonnen zij het van Jakobus en Johannes zeer kwalijk te nemen.
Markus 14:4En er waren sommigen, die dat zeer kwalijk namen bij zichzelven, en zeiden: Waartoe is dit verlies der zalf geschied?
Lukas 13:14En de overste der synagoge, kwalijk nemende, dat Jezus op den sabbat genezen had, antwoordde en zeide tot de schare: Er zijn zes dagen, in welke men moet werken; komt dan in dezelve, en laat u genezen, en niet op den dag des sabbats.

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin