G572 ἁπλότης
eenvoud, oprechtheid

Bijbelteksten

Romeinen 12:8Hetzij die vermaant, in het vermanen; die uitdeelt, in eenvoudigheid; die een voorstander is, in naarstigheid; die barmhartigheid doet, in blijmoedigheid.
2 Corinthiers 1:12Want onze roem is deze, [namelijk] de getuigenis van ons geweten, dat wij in eenvoudigheid en oprechtheid Gods, niet in vleselijke wijsheid, maar in de genade Gods, in de wereld verkeerd hebben, en allermeest bij ulieden.
2 Corinthiers 8:2Dat in vele beproeving der verdrukking de overvloed hunner blijdschap, en hun zeer diepe armoede overvloedig geweest is tot den rijkdom hunner goeddadigheid.
2 Corinthiers 9:11Dat gij in alles rijk wordt tot alle goeddadigheid, welke door ons werkt dankzegging tot God.
2 Corinthiers 9:13Dewijl zij door de beproeving dezer bediening God verheerlijken over de onderwerping uwer belijdenis onder het Evangelie van Christus, en [over] de goeddadigheid der mededeling aan hen en aan allen;
2 Corinthiers 11:3Doch ik vrees, dat niet enigszins, gelijk de slang Eva door haar arglistigheid bedrogen heeft, alzo uw zinnen bedorven worden, [om af te wijken] van de eenvoudigheid, die in Christus is.
Efeziers 6:5Gij dienstknechten, zijt gehoorzaam [uw] heren naar het vlees, met vreze en beven, in eenvoudigheid uws harten, gelijk als aan Christus;
Colossenzen 3:22Gij dienstknechten, zijt in alles gehoorzaam [uw] heren naar het vlees, niet met ogendiensten als mensenbehagers, maar met eenvoudigheid des harten, vrezende God.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken