Mattheus 8:30 | En verre van hen was een kudde veler zwijnen, weidende. |
Mattheus 8:33 | En die ze weidden, zijn gevlucht; en als zij in de stad gekomen waren, boodschapten zij al [deze] dingen, en wat den bezetenen [geschied was]. |
Markus 5:11 | En aldaar aan de bergen was een grote kudde zwijnen, weidende. |
Markus 5:14 | En die de zwijnen weidden zijn gevlucht, en boodschapten [zulks] in de stad en op het land; en zij gingen uit, om te zien, wat het was, dat er geschied was. |
Lukas 8:32 | En aldaar was een kudde veler zwijnen, weidende op den berg; en zij baden Hem, dat Hij hun wilde toelaten in dezelve te varen. En Hij liet het hun toe. |
Lukas 8:34 | En die ze weidden, ziende hetgeen geschied was, zijn gevlucht; en heengaande boodschapten het in de stad, en op het land. |
Lukas 15:15 | En hij ging heen, en voegde zich bij een van de burgers deszelven lands; en die zond hem op zijn land om de zwijnen te weiden. |
Johannes 21:15 | Toen zij dan het middagmaal gehouden hadden, zeide Jezus tot Simon Petrus: Simon, [zoon] van Jonas, hebt gij Mij liever dan dezen? Hij zeide tot Hem: Ja, Heere! Gij weet, dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: Weid Mijn lammeren. |
Johannes 21:17 | Hij zeide tot hem ten derden maal: Simon, [zoon] van Jonas, hebt gij Mij lief? Petrus werd bedroefd, omdat Hij ten derden maal tot hem zeide: Hebt gij Mij lief, en zeide tot Hem: Heere! Gij weet alle dingen, Gij weet, dat ik U liefheb. Jezus zeide tot hem: Weid Mijn schapen. |