Lukas 24:5 | En als zij zeer bevreesd werden, en het aangezicht naar de aarde neigden, zeiden zij tot haar: Wat zoekt gij den Levende bij de doden? |
Johannes 3:22 | Na dezen kwam Jezus en Zijn discipelen in het land van Judea, en onthield Zich aldaar met hen, en doopte. |
Johannes 3:31 | Die van boven komt, is boven allen; die uit de aarde is [voortgekomen] die is uit de aarde, en spreekt uit de aarde. Die uit den hemel komt, is boven allen. |
Johannes 6:21 | Zij hebben dan Hem gewilliglijk in het schip genomen; en terstond kwam het schip aan het land, daar zij naar toe voeren. |
Johannes 8:6 | En dit zeiden zij, Hem verzoekende, opdat zij [iets] hadden, om Hem te beschuldigen. Maar Jezus, nederbukkende, schreef met den vinger in de aarde. |
Johannes 8:8 | En wederom nederbukkende, schreef Hij in de aarde. |
Johannes 12:24 | Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Indien het tarwegraan in de aarde niet valt, en sterft, zo blijft hetzelve alleen; maar indien het sterft, zo brengt het veel vrucht voort. |
Johannes 12:32 | En Ik, zo wanneer Ik van de aarde zal verhoogd zijn, zal hen allen tot Mij trekken. |
Johannes 17:4 | Ik heb U verheerlijkt op de aarde; Ik heb voleindigd het werk, dat Gij Mij gegeven hebt om te doen; |
Johannes 21:8 | En de andere discipelen kwamen met het scheepje (want zij waren niet verre van het land, maar omtrent tweehonderd ellen), slepende het net met de vissen. |
Johannes 21:9 | Als zij dan aan het land gegaan waren, zagen zij een kolenvuur liggen, en vis daarop liggen, en brood. |
Johannes 21:11 | Simon Petrus ging op, en trok het net op het land, vol grote vissen, [tot] honderd drie en vijftig; en hoewel er [zovele] waren, zo scheurde het net niet. |
Handelingen 1:8 | Maar gij zult ontvangen de kracht des Heiligen Geestes, Die over u komen zal; en gij zult Mijn getuigen zijn, zo te Jeruzalem, als in geheel Judea en Samaria, en tot aan het uiterste der aarde. |
Handelingen 2:19 | En Ik zal wonderen geven in den hemel boven, en tekenen op de aarde beneden, bloed en vuur, en rookdamp. |
Handelingen 3:25 | Gijlieden zijt kinderen der profeten, en des verbonds, hetwelk God met onze vaderen opgericht heeft, zeggende tot Abraham: En in uw zade zullen alle geslachten der aarde gezegend worden. |
Handelingen 4:24 | En als dezen [dat] hoorden, hieven zij eendrachtelijk [hun] stem op tot God, en zeiden: Heere! Gij zijt de God, Die gemaakt hebt den hemel, en de aarde, en de zee, en alle dingen, die in dezelve zijn. |
Handelingen 4:26 | De koningen der aarde zijn [te zamen] opgestaan, en de oversten zijn bijeenvergaderd tegen den Heere, en tegen Zijn Gezalfde. |
Handelingen 7:3 | En zeide tot hem: Ga uit uw land en uit uw maagschap, en kom in een land, dat Ik u wijzen zal. |
Handelingen 7:4 | Toen ging hij uit het land der Chaldeen, en woonde in Charran. En van daar, nadat zijn vader gestorven was, bracht Hij hem over in dit land, daar gij nu in woont. |
Handelingen 7:6 | En God sprak alzo, dat zijn zaad vreemdeling zijn zoude in een vreemd land, en [dat] zij het zouden dienstbaar maken, en kwalijk handelen, vierhonderd jaren. |