Lukas 22:8 | En Hij zond Petrus en Johannes uit, zeggende: Gaat heen, en bereidt ons het pascha, opdat wij het eten mogen. |
Lukas 22:9 | En zij zeiden tot Hem: Waar wilt Gij, dat wij het bereiden? |
Lukas 22:12 | En hij zal u een grote toegeruste opperzaal wijzen, bereidt het aldaar. |
Lukas 22:13 | En zij, heengaande, vonden het, gelijk Hij hun gezegd had, en bereidden het pascha. |
Lukas 23:56 | En wedergekeerd zijnde, bereidden zij specerijen en zalven; en op den sabbat rustten zij naar het gebod. |
Lukas 24:1 | En op den eersten [dag] der week, zeer vroeg in den morgenstond, gingen zij naar het graf, dragende de specerijen, die zij bereid hadden, en sommigen met haar. |
Johannes 14:2 | In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen; anderszins zo zou Ik het u gezegd hebben; Ik ga heen om u plaats te bereiden. |
Johannes 14:3 | En zo wanneer Ik heen zal gegaan zijn, en u plaats zal bereid hebben, zo kome Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat gij ook zijn moogt, waar Ik ben. |
Handelingen 23:23 | En zekere twee van de hoofdmannen over honderd tot zich geroepen hebbende, zeide hij: Maakt tweehonderd krijgsknechten gereed, opdat zij naar Cesarea trekken, en zeventig ruiters, en tweehonderd schutters, tegen de derde ure des nachts; |
1 Corinthiers 2:9 | Maar gelijk geschreven is: Hetgeen het oog niet heeft gezien, en het oor niet heeft gehoord, en in het hart des mensen niet is opgeklommen, hetgeen God bereid heeft dien, die Hem liefhebben. |
2 Timotheus 2:21 | Indien dan iemand zichzelven van deze reinigt, die zal een vat zijn ter ere, geheiligd en bekwaam tot gebruik des Heeren, tot alle goed werk toebereid. |
Filemon 1:22 | En bereid mij ook tegelijk een herberg; want ik hoop, dat ik door uw gebeden ulieden zal geschonken worden. |
Hebreeen 11:16 | Maar nu zijn zij begerig naar een beter, dat is, naar het hemelse. Daarom schaamt Zich God hunner niet, om hun God genaamd te worden; want Hij had hun een stad bereid. |
Openbaring 8:6 | En de zeven engelen, die de zeven bazuinen hadden, bereidden zich om te bazuinen. |
Openbaring 9:7 | En de gedaanten der sprinkhanen waren den paarden gelijk, die tot den oorlog bereid zijn; en op hun hoofden waren als kronen, het goud gelijk, en hun aangezichten als aangezichten van mensen. |
Openbaring 9:15 | En de vier engelen zijn ontbonden geworden, welke bereid waren tegen de ure, en dag, en maand, en jaar, opdat zij het derde [deel] der mensen zouden doden. |
Openbaring 12:6 | En de vrouw vluchtte in de woestijn, alwaar zij een plaats had, [haar] van God bereid, opdat zij haar aldaar zouden voeden duizend tweehonderd zestig dagen. |
Openbaring 16:12 | En de zesde engel goot zijn fiool uit op de grote rivier, den Eufraat; en zijn water is uitgedroogd, opdat bereid zou worden de weg der koningen, die van den opgang der zon [komen zullen]. |
Openbaring 19:7 | Laat ons blijde zijn, en vreugde bedrijven, en Hem de heerlijkheid geven; want de bruiloft des Lams is gekomen, en Zijn vrouw heeft zichzelve bereid. |
Openbaring 21:2 | En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, nederdalende van God uit den hemel, toebereid als een bruid, die voor haar man versierd is. |