G3741 ὅσιος
onbezoedeld, zuiver, heilig, vroom
Handelingen 2:27 | Want Gij zult mijn ziel in de hel niet verlaten, noch zult Uw Heilige [over]geven, om verderving te zien. |
Handelingen 13:34 | En dat Hij Hem uit de doden heeft opgewekt, alzo dat Hij niet meer zal tot verderving keren, heeft Hij aldus gezegd: Ik zal ulieden de weldadigheden Davids geven, die getrouw zijn; |
Handelingen 13:35 | Waarom hij ook in een anderen [psalm] zegt: Gij zult Uw Heilige niet [over]geven, om verderving te zien. |
1 Timotheus 2:8 | Ik wil dan, dat de mannen bidden in alle plaatsen, opheffende heilige handen, zonder toorn en twisting. |
Titus 1:8 | Maar die gaarne herbergt, die de goeden liefheeft, matig, rechtvaardig, heilig, kuis; |
Hebreeen 7:26 | Want zodanig een Hogepriester betaamde ons, heilig, onnozel, onbesmet, afgescheiden van de zondaren, en hoger dan de hemelen geworden; |
Openbaring 16:5 | En ik hoorde den engel der wateren zeggen: Gij zijt rechtvaardig, Heere! Die is, en Die was, en Die zijn zal, dat Gij dit geoordeeld hebt; |