1 Corinthiers 1:5 | Dat gij in alles rijk zijt geworden in Hem, in alle rede en alle kennis; |
2 Corinthiers 6:10 | Als droevig zijnde, doch altijd blijde; als arm, doch velen rijk makende; als niets hebbende, en [nochtans] alles bezittende. |
2 Corinthiers 9:11 | Dat gij in alles rijk wordt tot alle goeddadigheid, welke door ons werkt dankzegging tot God. |