G4183 πολύς
veel, groot, machtig, sterk
Romeinen 12:4 | Want gelijk wij in een lichaam vele leden hebben, en de leden alle niet dezelfde werking hebben; |
Romeinen 12:5 | Alzo zijn wij velen een lichaam in Christus, maar elkeen zijn wij elkanders leden. |
Romeinen 15:22 | Waarom ik ook menigmaal verhinderd geweest ben tot u te komen. |
Romeinen 15:23 | Maar nu geen plaats meer hebbende in deze gewesten, en van over vele jaren groot verlangen hebbende, om tot u te komen, |
Romeinen 16:2 | Opdat gij haar ontvangt in den Heere, gelijk het den heiligen betaamt, en haar bijstaat, in wat zaak zij u zou mogen van doen hebben; want zij is een voorstandster geweest van velen, ook van mijzelven. |
Romeinen 16:6 | Groet Maria, die veel voor ons gearbeid heeft. |
Romeinen 16:12 | Groet Tryfena en Tryfosa, [vrouwen] die in den Heere arbeiden. Groet Persis, de beminde [zuster], die veel gearbeid heeft in den Heere. |
1 Corinthiers 1:26 | Want gij ziet uw roeping, broeders, dat [gij] niet vele wijzen [zijt] naar het vlees, niet vele machtigen, niet vele edelen. |
1 Corinthiers 2:3 | En ik was bij ulieden in zwakheid, en in vreze, en in vele beving. |
1 Corinthiers 4:15 | Want al hadt gij tien duizend leermeesters in Christus, zo [hebt gij] toch niet vele vaders; want in Christus Jezus heb ik u door het Evangelie geteeld. |
1 Corinthiers 8:5 | Want hoewel er ook zijn, die goden genaamd worden, hetzij in den hemel, hetzij op de aarde (gelijk er vele goden en vele heren zijn), |
1 Corinthiers 10:17 | Want een brood [is het, zo] zijn wij velen een lichaam, dewijl wij allen eens broods deelachtig zijn. |
1 Corinthiers 10:33 | Gelijkerwijs ik ook in alles allen behaag, niet zoekende mijn eigen voordeel, maar het [voordeel] van velen, opdat zij mochten behouden worden. |
1 Corinthiers 11:30 | Daarom zijn onder u vele zwakken en kranken, en velen slapen. |
1 Corinthiers 12:12 | Want gelijk het lichaam een is, en vele leden heeft, en al de leden van dit ene lichaam, vele zijnde, [maar] een lichaam zijn, alzo ook Christus. |
1 Corinthiers 12:14 | Want ook het lichaam is niet een lid, maar vele [leden]. |
1 Corinthiers 12:20 | Maar nu zijn er wel vele leden, doch [maar] een lichaam. |
1 Corinthiers 12:22 | Ja veeleer, de leden, die [ons] dunken de zwakste des lichaams te zijn, die zijn nodig. |
1 Corinthiers 16:9 | Want mij is een grote en krachtige deur geopend, en er zijn vele tegenstanders. |
1 Corinthiers 16:12 | En wat aangaat Apollos, den broeder, ik heb hem zeer gebeden, dat hij met de broederen tot u komen zou; maar het was ganselijk [zijn] wil niet, dat hij nu zou komen; doch hij zal komen, wanneer het hem wel gelegen zal zijn. |