Romeinen 7:14 | Want wij weten, dat de wet geestelijk is, maar ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde. |
Romeinen 15:27 | Want het heeft hun [zo] goed gedacht; ook zijn zij hun schuldenaars; want indien de heidenen hunner geestelijke [goederen] deelachtig zijn geworden, zo zijn zij ook schuldig hen van lichamelijke [goederen] te dienen. |
1 Corinthiers 3:1 | En ik, broeders, kon tot u niet spreken als tot geestelijken, maar als tot vleselijken, als tot jonge kinderen in Christus. |
1 Corinthiers 3:3 | Want gij zijt nog vleselijk; want dewijl onder u nijd is, en twist, en tweedracht, zijt gij niet vleselijk, en wandelt [gij niet] naar den mens? |
1 Corinthiers 3:4 | Want als de een zegt: Ik ben van Paulus; en een ander: Ik [ben] van Apollos; zijt gij niet vleselijk? |
1 Corinthiers 9:11 | Indien wij ulieden het geestelijke gezaaid hebben, is het een grote [zaak], zo wij het uwe, dat lichamelijk is, maaien? |
2 Corinthiers 1:12 | Want onze roem is deze, [namelijk] de getuigenis van ons geweten, dat wij in eenvoudigheid en oprechtheid Gods, niet in vleselijke wijsheid, maar in de genade Gods, in de wereld verkeerd hebben, en allermeest bij ulieden. |
2 Corinthiers 10:4 | Want de wapenen van onzen krijg zijn niet vleselijk, maar krachtig door God, tot nederwerping der sterkten; |
Hebreeen 7:16 | Die [dit] niet naar de wet des vleselijken gebods is geworden, maar naar de kracht des onvergankelijken levens. |
1 Petrus 2:11 | Geliefden, ik vermaan [u] als inwoners en vreemdelingen, dat gij u onthoudt van de vleselijke begeerlijkheden, welke krijg voeren tegen de ziel; |