G4561 σάρξ
vlees, lichaam

Bijbelteksten

Mattheus 16:17En Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Zalig zijt gij, Simon, Bar-jona! want vlees en bloed heeft u [dat] niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is.
Mattheus 19:5En gezegd heeft: Daarom zal een mens vader en moeder verlaten, en zal zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen tot een vlees zijn;
Mattheus 19:6Alzo dat zij niet meer twee zijn, maar een vlees. Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet.
Mattheus 24:22En zo die dagen niet verkort werden, geen vlees zou behouden worden; maar om der uitverkorenen wil zullen die dagen verkort worden.
Mattheus 26:41Waakt en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak.
Markus 10:8En die twee zullen tot een vlees zijn, alzo dat zij niet meer twee zijn, maar een vlees.
Markus 13:20En indien de Heere de dagen niet verkort had, geen vlees zou behouden worden; maar om der uitverkorenen wil, die Hij heeft uitverkoren, heeft Hij de dagen verkort.
Markus 14:38Waakt en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt; de geest [is] wel gewillig, maar het vlees is zwak.
Lukas 3:6En alle vlees zal de zaligheid Gods zien.
Lukas 24:39Ziet Mijn handen en Mijn voeten; want Ik ben het Zelf; tast Mij aan, en ziet; want een geest heeft geen vlees en benen, gelijk gij ziet, dat Ik heb.
Johannes 1:13Welke niet uit den bloede, noch uit den wil des vleses, noch uit den wil des mans, maar uit God geboren zijn.
Johannes 1:14En het Woord is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als des Eniggeborenen van den Vader), vol van genade en waarheid.
Johannes 3:6Hetgeen uit het vlees geboren is, [dat] is vlees; en hetgeen uit den Geest geboren is, [dat] is geest.
Johannes 6:51Ik ben dat levende Brood, dat uit den hemel nedergedaald is; zo iemand van dit Brood eet, die zal in der eeuwigheid leven. En het Brood, dat Ik geven zal, is Mijn vlees, hetwelk Ik geven zal voor het leven der wereld.
Johannes 6:52De Joden dan streden onder elkander, zeggende: Hoe kan ons deze [Zijn] vlees te eten geven?
Johannes 6:53Jezus dan zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik ulieden: Tenzij dat gij het vlees des Zoons des mensen eet, en Zijn bloed drinkt, zo hebt gij geen leven in uzelven.
Johannes 6:54Die Mijn vlees eet, en Mijn bloed drinkt, die heeft het eeuwige leven; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage.
Johannes 6:55Want Mijn vlees is waarlijk Spijs, en Mijn bloed is waarlijk Drank.
Johannes 6:56Die Mijn vlees eet, en Mijn bloed drinkt, die blijft in Mij, en Ik in hem.
Johannes 6:63De Geest is het, Die levend maakt; het vlees is niet nut. De woorden, die Ik tot u spreek, zijn geest en zijn leven.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel