Handelingen 26:3 | Allermeest, dewijl ik weet, dat gij kennis hebt van alle gewoonten en vragen, die onder de Joden zijn. Daarom bid ik u, dat gij mij lankmoediglijk hoort. |
Handelingen 27:2 | En in een Adramyttenisch schip gegaan zijnde, alzo wij de plaatsen langs Azie bevaren zouden, voeren wij af; en Aristarchus, de Macedonier van Thessalonica, was met ons. |
Handelingen 27:9 | En als veel tijd verlopen, en de vaart nu zorgelijk was, omdat ook de vasten nu voorbij was, vermaande hen Paulus, |
Handelingen 28:17 | En het geschiedde na drie dagen dat Paulus samenriep degenen, die de voornaamsten der Joden waren. En als zij samengekomen waren, zeide hij tot hen: Mannen broeders, ik, die niets gedaan heb tegen het volk of de vaderlijke gewoonten, ben gebonden uit Jeruzalem overgeleverd in de handen der Romeinen; |
Handelingen 28:25 | En tegen elkander oneens zijnde, scheidden zij; als Paulus [dit] ene woord gezegd had, [namelijk]: Wel heeft de Heilige Geest gesproken door Jesaja, den profeet, tot onze vaderen, |
Romeinen 1:7 | Allen, die te Rome zijt, geliefden Gods, en geroepen heiligen, genade zij u, en vrede van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus. |
Romeinen 4:10 | Hoe is het [hem] dan toegerekend? Als hij in de besnijdenis was, of in de voorhuid? Niet in de besnijdenis, maar in de voorhuid. |
Romeinen 4:17 | (Gelijk geschreven staat: Ik heb u tot een vader van vele volken gesteld) voor Hem, aan Welken hij geloofd heeft, [namelijk] God, Die de doden levend maakt, en roept de dingen, die niet zijn, alsof zij waren; |
Romeinen 5:6 | Want Christus, als wij nog krachteloos waren, is te Zijner tijd voor de goddelozen gestorven. |
Romeinen 5:8 | Maar God bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is, als wij nog zondaars waren. |
Romeinen 5:10 | Want indien wij, vijanden zijnde, met God verzoend zijn door den dood Zijns Zoons, veel meer zullen wij, verzoend zijnde, behouden worden door Zijn leven. |
Romeinen 5:13 | Want tot de wet was de zonde in de wereld; maar de zonde wordt niet toegerekend, als er geen wet is. |
Romeinen 7:23 | Maar ik zie een andere wet in mijn leden, welke strijdt tegen de wet mijns gemoeds, en mij gevangen neemt onder de wet der zonde, die in mijn leden is. |
Romeinen 8:5 | Want die naar het vlees zijn, bedenken dat des vleses is; maar die naar den Geest zijn, [bedenken] dat des Geestes is. |
Romeinen 8:8 | En die in het vlees zijn, kunnen Gode niet behagen. |
Romeinen 8:28 | En wij weten, dat dengenen, die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede, [namelijk] dengenen, die naar [Zijn] voornemen geroepen zijn. |
Romeinen 9:5 | Welker zijn de vaders, en uit welke Christus is, zoveel het vlees aangaat, Dewelke is God boven allen te prijzen in der eeuwigheid. Amen. |
Romeinen 11:17 | En zo enige der takken afgebroken zijn, en gij, een wilde olijfboom zijnde, in derzelver [plaats] zijt ingeent, en des wortels en der vettigheid des olijfbooms mede deelachtig zijt geworden, |
Romeinen 12:3 | Want door de genade, die mij gegeven is, zeg ik een iegelijk, die onder u is, dat hij niet wijs zij boven hetgeen men behoort wijs te zijn; maar dat hij wijs zij tot matigheid, gelijk als God een iegelijk de mate des geloofs gedeeld heeft. |
Romeinen 13:1 | Alle ziel zij den machten, over [haar] gesteld, onderworpen; want er is geen macht dan van God, en de machten, die er zijn, die zijn van God geordineerd. |