H341 אֹיֵב
vijand

Bijbelteksten

Psalm 25:2[Beth.] Mijn God! op U vertrouw ik; laat mij niet beschaamd worden; laat mijn vijanden niet van vreugde opspringen over mij.
Psalm 25:19[Resch.] Aanzie mijn vijanden, want zij vermenigvuldigen, en zij haten mij met een wreveligen haat.
Psalm 27:2Als de bozen, mijn tegenpartijen, en mijn vijanden tegen mij, tot mij naderden, om mijn vlees te eten, stieten zij zelven aan, en vielen.
Psalm 27:6Ook nu zal mijn hoofd verhoogd worden boven mijn vijanden, die rondom mij zijn, en ik zal in Zijn tent offeranden des geklanks offeren; ik zal zingen, ja, psalmzingen den HEERE.
Psalm 30:2Ik zal U verhogen, HEERE, want Gij hebt mij opgetrokken, en mijn vijanden over mij niet verblijd.
Psalm 31:9En mij niet hebt overgeleverd in de hand des vijands; Gij hebt mijn voeten doen staan in de ruimte.
Psalm 31:16Mijn tijden zijn in Uw hand; red mij van de hand mijner vijanden, en van mijn vervolgers.
Psalm 35:19Laat hen zich niet verblijden over mij, die mij om valse oorzaken vijand zijn; [noch] wenken met de ogen, die mij zonder oorzaak haten.
Psalm 37:20[Caph.] Maar de goddelozen zullen vergaan, en de vijanden des HEEREN zullen verdwijnen, als het kostelijkste der lammeren; met den rook zullen zij verdwijnen.
Psalm 38:20Maar mijn vijanden zijn levende, worden machtig; en die mij om valse oorzaken haten, worden groot.
Psalm 41:3De HEERE zal hem bewaren, en zal hem bij het leven behouden; hij zal op aarde gelukzalig gemaakt worden. Geef hem ook niet over in zijner vijanden begeerte.
Psalm 41:6Mijn vijanden spreken kwaad van mij, [zeggende:] Wanneer zal hij sterven, en zijn naam vergaan?
Psalm 41:12Hierbij weet ik, dat Gij lust aan mij hebt, dat mijn vijand over mij niet zal juichen.
Psalm 42:10Ik zal zeggen tot God: Mijn Steenrots! waarom vergeet Gij mij? Waarom ga ik in het zwart, vanwege des vijands onderdrukking?
Psalm 43:2Want Gij zijt de God mijner sterkte; waarom verstoot Gij mij [dan]? Waarom ga ik steeds in het zwart, vanwege des vijands onderdrukking?
Psalm 44:17Om de stem des honers en des lasteraars, vanwege den vijand en den wraakgierige.
Psalm 45:6Uw pijlen zijn scherp; volken zullen onder U vallen; [zij treffen] in het hart van des Konings vijanden.
Psalm 54:9Want Hij heeft mij gered uit alle benauwdheid; en mijn oog heeft gezien op mijn vijanden.
Psalm 55:4Om den roep des vijands, vanwege de beangstiging des goddelozen; want zij schuiven ongerechtigheid op mij, en in toorn haten zij mij.
Psalm 55:13Want het is geen vijand, [die] mij hoont, anders zou ik het hebben gedragen; het is mijn hater niet, [die] zich tegen mij groot maakt, anders zou ik mij voor hem verborgen hebben.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken