H505 אֶלֶף
duizend, geslacht, stam

Bijbelteksten

Numeri 2:30Zijn heir nu, en zijn getelden waren drie en vijftig duizend en vierhonderd.
Numeri 2:31Al de getelden in het leger van Dan waren honderd zeven en vijftig duizend en zeshonderd. In het achterste zullen zij optrekken, naar hun banieren.
Numeri 2:32Dezen zijn de getelden van de kinderen Israels, naar het huis hunner vaderen; al de getelden der legers, naar hun heiren waren zeshonderd drie duizend vijfhonderd en vijftig.
Numeri 3:22Hun getelden in getal waren van al wat mannelijk was, van een maand oud en daarboven; hun getelden waren zeven duizend en vijfhonderd.
Numeri 3:28In getal van al wat mannelijk was, van een maand oud en daarboven, waren acht duizend en zeshonderd, waarnemende de wacht des heiligdoms.
Numeri 3:34En hun getelden in getal van al wat mannelijk was, van een maand oud en daarboven, waren zes duizend en tweehonderd.
Numeri 3:39Alle getelden der Levieten, welke Mozes en Aaron, op het bevel des HEEREN, naar hun geslachten, geteld hebben, al wat mannelijk was, van een maand oud en daarboven, waren twee en twintig duizend.
Numeri 3:43En alle eerstgeborenen, die mannelijk waren, in het getal der namen, van een maand oud en daarboven, naar hun getelden, waren twee en twintig duizend tweehonderd en drie en zeventig.
Numeri 3:50Van de eerstgeborenen van de kinderen Israels nam hij dat geld, duizend driehonderd vijf en zestig [sikkelen], naar den sikkel des heiligdoms.
Numeri 4:36Hun getelden nu waren, naar hun geslachten, twee duizend zevenhonderd en vijftig.
Numeri 4:40Hun getelden waren, naar hun geslachten, naar het huis hunner vaderen, twee duizend zeshonderd en dertig.
Numeri 4:44Hun getelden nu waren, naar hun geslachten, drie duizend en tweehonderd.
Numeri 4:48Hun getelden waren acht duizend vijfhonderd en tachtig.
Numeri 7:85Een zilveren schotel was van honderd dertig [sikkelen], en een sprengbekken van zeventig; al het zilver van de vaten was twee duizend en vierhonderd [sikkelen], naar den sikkel des heiligdoms.
Numeri 10:4Maar als zij met de ene zullen blazen, dan zullen tot u vergaderd worden de oversten, de hoofden der duizenden van Israel.
Numeri 10:36En als zij rustte, zeide hij: Kom weder, HEERE! [tot] de tien duizenden der duizenden van Israel!
Numeri 11:21En Mozes zeide: Zeshonderd duizend te voet is dit volk, in welks midden ik ben; en Gij hebt gezegd: Ik zal hun vlees geven, en zij zullen een gehele maand eten!
Numeri 16:49Die nu aan die plaag gestorven zijn, waren veertien duizend en zevenhonderd, behalve die gestorven waren om de zaak van Korach.
Numeri 25:9Degenen nu, die aan de plaag stierven, waren vier en twintig duizend.
Numeri 26:7Dit zijn de geslachten der Rubenieten; en hun getelden waren drie en veertig duizend zevenhonderd en dertig.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken