H974 בָּחַן
op, beproeving, verzoeken, louteren, beproeven, proeven, toetsen, doorvorsen, toetser
Genesis 42:15 | Hierin zult gij beproefd worden: [zo waarlijk als] Farao leeft! indien gij van hier zult uitgaan, tenzij dan, wanneer uw kleinste broeder herwaarts zal gekomen zijn! |
Genesis 42:16 | Zendt een uit u, die uw broeder hale; maar weest gijlieden gevangen, en uw woorden zullen beproefd worden, of de waarheid bij u zij; en indien niet, [zo waarlijk als] Farao leeft, zo zijt gij verspieders! |
1 Kronieken 29:17 | En ik weet, mijn God, dat Gij het hart proeft, en dat Gij een welgevallen hebt aan oprechtigheden. Ik heb in oprechtigheid mijns harten al deze dingen vrijwillig gegeven, en ik heb nu met vreugde Uw volk, dat hier bevonden wordt, gezien, dat het zich jegens U vrijwillig gedragen heeft. |
Job 7:18 | En dat Gij hem bezoekt in elken morgenstond; dat Gij hem in elken ogenblik beproeft? |
Job 12:11 | Zal niet het oor de woorden proeven, gelijk het gehemelte voor zich de spijze smaakt? |
Job 23:10 | Doch Hij kent den weg, die bij mij is; Hij beproeve mij; als goud zal ik uitkomen. |
Job 34:3 | Want het oor proeft de woorden, gelijk het gehemelte de spijze smaakt. |
Job 34:36 | Mijn Vader, laat Job beproefd worden tot het einde toe, om [zijner] antwoorden wil onder de ongerechtige lieden. |
Psalm 7:10 | Laat toch de boosheid der goddelozen een einde nemen, maar bevestig den rechtvaardige, Gij, Die harten en nieren beproeft, o rechtvaardige God! |
Psalm 11:4 | De HEERE is in het paleis Zijner heiligheid, des HEEREN troon is in den hemel; Zijn ogen aanschouwen, Zijn oogleden proeven de mensenkinderen. |
Psalm 11:5 | De HEERE proeft den rechtvaardige; maar den goddeloze, en dien, die geweld liefheeft, haat Zijn ziel. |
Psalm 17:3 | Gij hebt mijn hart geproefd, des nachts bezocht, Gij hebt mij getoetst. Gij vindt niets; [hetgeen] ik gedacht heb, overtreedt mijn mond niet. |
Psalm 26:2 | Proef mij, HEERE, en verzoek mij; toets mijn nieren en mijn hart. |
Psalm 66:10 | Want Gij hebt ons beproefd, o God! Gij hebt ons gelouterd, gelijk men het zilver loutert; |
Psalm 81:8 | In de benauwdheid riept gij, en Ik hielp u uit; Ik antwoordde u uit de schuilplaats des donders; Ik beproefde u aan de wateren van Meriba. Sela. |
Psalm 95:9 | Waar Mij uw vaders verzochten, Mij beproefden, ook Mijn werk zagen. |
Psalm 139:23 | Doorgrond mij, o God! en ken mijn hart; beproef mij, en ken mijn gedachten. |
Spreuken 17:3 | De smeltkroes is voor het zilver, en de oven voor het goud; maar de HEERE proeft de harten. |
Jeremia 6:27 | Ik heb u onder Mijn volk gesteld, [tot] een wachttoren, [tot] een vesting; opdat gij hun weg zoudt weten en proeven. |
Jeremia 9:7 | Daarom zegt de HEERE der heirscharen alzo: Ziet, Ik zal hen smelten en zal hen beproeven; want hoe zou Ik [anders] doen ten aanzien der dochter Mijns volks? |