H1047 בֵּית פְּעוֹר
Beth-peor, Bet-peor

Bijbelteksten

Deuteronomium 3:29Alzo bleven wij in dit dal tegenover Beth-peor.
Deuteronomium 4:46Aan deze zijde van de Jordaan, in het dal tegenover Beth-peor, in het land van Sihon, den koning der Amorieten, die te Hesbon woonde; welken Mozes sloeg, en de kinderen Israels, als zij uit Egypte waren uitgetogen,
Deuteronomium 34:6En Hij begroef hem in een dal, in het land van Moab, tegenover Beth-peor; en niemand heeft zijn graf geweten, tot op dezen dag.
Jozua 13:20En Beth-peor, en Asdoth-pisga, en Beth-jesimoth;

Mede mogelijk dankzij

Hadderech