H1119 בְּמוֹ
in, bij, door

Bijbelteksten

Job 16:4Zou ik ook, als gijlieden, spreken, indien uw ziel ware in mijner ziele plaats? Zou ik woorden tegen u samenhopen, en zou ik over u met mijn hoofd schudden?
Job 16:5Ik zou u versterken met mijn mond, en de beweging mijner lippen zou zich inhouden.
Job 19:16Ik riep mijn knecht, en hij antwoordde niet; ik smeekte met mijn mond tot hem.
Job 37:8En het gedierte gaat in de loerplaatsen, en blijft in zijn holen.
Psalm 11:2Want ziet, de goddelozen spannen den boog, zij schikken hun pijlen op de pees, om in het donkere te schieten naar de oprechten van harte.
Jesaja 25:10Want de hand des HEEREN zal op dezen berg rusten; maar Moab zal onder Hem verdorst worden, gelijk het stro verdorst wordt tot mest.
Jesaja 43:2Wanneer gij zult gaan door het water, Ik zal bij u zijn, en door de rivieren, zij zullen u niet overstromen; wanneer gij door het vuur zult gaan, zult gij niet verbranden, en de vlam zal u niet aansteken.
Jesaja 44:16Zijn helft brandt hij in het vuur, bij de [andere] helft daarvan eet hij vlees; hij braadt een gebraad, en hij wordt verzadigd; ook warmt hij zichzelven, en hij zegt: Hei! ik ben warm geworden, ik heb het vuur gezien!
Jesaja 44:19En niemand [van hen] brengt het in zijn hart, en er is noch kennis noch verstand, dat hij zeggen zou: De helft daarvan heb ik verbrand in het vuur, ja, ook op de kolen daarvan heb ik brood gebakken, ik heb vlees [daarbij] gebraden, en heb het gegeten; en zou ik het overblijfsel daarvan tot een gruwel maken, zou ik nederknielen voor hetgeen van een boom gekomen is?

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen