Job 30:5 | Zij werden uit het midden uitgedreven; (men jouwde over hen, als [over] een dief), |
Spreuken 10:13 | In de lippen des verstandigen wordt wijsheid gevonden; maar op den rug des verstandelozen de roede. |
Spreuken 19:29 | Gerichten zijn voor de spotters bereid, en slagen voor den rug der zotten. |
Spreuken 26:3 | Een zweep is voor het paard, een toom voor den ezel, en een roede voor den rug der zotten. |
Jesaja 38:17 | Zie, in vrede is mij de bitterheid bitter geweest; maar Gij hebt mijn ziel liefelijk omhelsd, dat zij in de groeve der vertering niet kwame; want Gij hebt al mijn zonden achter Uw rug geworpen. |
Jesaja 50:6 | Ik geef Mijn rug dengenen, die [Mij] slaan, en Mijn wangen dengenen, die [Mij] het haar uitplukken; Mijn aangezicht verberg Ik niet voor smaadheden en speeksel. |
Jesaja 51:23 | Maar Ik zal hem dien, die u bedroefd hebben, in de hand zetten, die tot uw ziel zeiden: Buig u neder, dat wij over [u] gaan; en gij legdet uw rug neder als aarde, en als een straat dergenen, die daarover gaan. |