Ezechiel 16:27 | Ziet, daarom strekte Ik Mijn hand over u uit, en verminderde uw bescheiden deel; en Ik gaf u over in den lust dergenen, die u haten, der dochteren der Filistijnen, die vanwege uw schandelijken weg beschaamd waren. |
Ezechiel 16:44 | Zie, een ieder, die spreekwoorden gebruikt, zal van u een spreekwoord gebruiken, zeggende: Zo de moeder is, is haar dochter. |
Ezechiel 16:49 | Ziet, dit was de ongerechtigheid uwer zuster Sodom; hoogmoed, zatheid van brood en stille gerustheid had zij en haar dochteren; maar zij sterkte de hand des armen en nooddruftigen niet. |
Ezechiel 17:7 | Nog was er een grote arend, groot van vleugelen en overvloedig van vederen; en ziet, deze wijnstok voegde zijn wortelen naar denzelven toe, en wierp zijn takken tot hem uit, opdat hij hem bevochtigen zou naar de bedden zijner planting toe. |
Ezechiel 17:10 | Ja, ziet, zal hij geplant zijnde gedijen? Zal hij niet, als de oostenwind hem aanroert, gans verdrogen? Op de bedden van zijn gewas zal hij verdrogen. |
Ezechiel 17:12 | Zeg nu tot dat wederspannig huis: Weet gij niet, wat deze dingen zijn? Zeg: Ziet, de koning van Babel is [tot] Jeruzalem gekomen, en heeft haar koning genomen, en haar vorsten, en heeft ze tot zich gevoerd naar Babel. |
Ezechiel 17:18 | Want hij heeft den eed veracht, brekende het verbond, daar hij, ziet, zijn hand gegeven had; dewijl hij al deze dingen gedaan heeft, zal hij niet ontkomen. |
Ezechiel 18:14 | Ziet nu, heeft hij een zoon gewonnen, die al de zonden zijn vaders, die hij doet, aanziet, en toeziet, dat hij dergelijke niet doet; |
Ezechiel 18:18 | Zijn vader, dewijl hij met onderdrukking onderdrukt heeft, des broeders goed geroofd heeft, en gedaan heeft, dat niet goed was in het midden zijner volken; ziet daar, hij zal sterven in zijn ongerechtigheid. |
Ezechiel 21:7 | En het zal geschieden, als zij tot u zeggen zullen: Waarom zucht gij, dat gij zeggen zult: Om het gerucht, want het komt! en alle hart zal versmelten, en alle handen zullen verslappen, en alle geest zal inkrimpen, en alle knieen [als] water henenvlieten; ziet, het komt, en het zal geschieden, spreekt de Heere HEERE. |
Ezechiel 22:6 | Ziet, de vorsten Israels zijn in u geweest, een ieder naar zijn kracht, om bloed te vergieten. |
Ezechiel 22:13 | Ziet dan, Ik heb Mijn hand geslagen, om uw gierigheid, die gij bedreven hebt, en om uw bloed, die in het midden van u geweest zijn. |
Ezechiel 23:39 | Want als zij hun kinderen hun drekgoden geslacht hadden, zo kwamen zij op dienzelven dag in Mijn heiligdom, om dat te ontheiligen; en ziet, alzo hebben zij gedaan in het midden van Mijn huis. |
Ezechiel 23:40 | Dit is er ook, dat zij gezonden hebben tot mannen, die van verre zouden komen; tot dewelken als een bode gezonden was, ziet, zo kwamen zij, voor dewelken gij u wiest, uw ogen blankettet en u met sieraad versierdet; |
Ezechiel 25:8 | Alzo zegt de Heere HEERE: Omdat Moab en Seir zeggen: Ziet, het huis van Juda is gelijk al de heidenen; |
Ezechiel 28:3 | Zie, gij zijt wijzer dan Daniel; zij hebben niets toegeslotens voor u verborgen. |
Ezechiel 30:9 | Te dien dage zullen er boden van voor Mijn aangezicht in schepen uitvaren, om het zorgeloze Morenland te verschrikken; en er zal grote smart bij hen zijn, als in den dag van Egypte; want ziet, het komt aan! |
Ezechiel 30:21 | Mensenkind! Ik heb den arm van Farao, den koning van Egypte, verbroken; en ziet, hij zal niet verbonden worden, met pleisters op te leggen, met een windeldoek aan te doen, om dien te verbinden, om dien te sterken, dat hij het zwaard houde. |
Ezechiel 31:3 | Zie, Assur was een ceder op den Libanon, schoon van takken, schaduwachtig van loof, en hoog van stam, en zijn top was tussen dichte takken. |
Ezechiel 33:33 | Maar als dat komt (zie, het zal komen!) dan zullen zij weten, dat er een profeet in het midden van hen geweest is. |