H2443 חַכָּה
angel, haak, vishaak

Bijbelteksten

Job 40:20Zult gij den Leviathan met den angel trekken, of zijn tong met een koord, [dat] gij laat nederzinken?
Jesaja 19:8En de vissers zullen treuren, en allen, die den angel in de stromen werpen, zullen rouw maken; en die het werpnet uitbreiden op de wateren, zullen kwijnen.
Habakuk 1:15Hij trekt ze allen met den angel op, hij vergadert ze in zijn garen, en hij verzamelt ze in zijn net; daarom verblijdt en verheugt hij zich.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech