H3824 לֵבָב
innerlijk (het), verstand, wil, hart, ziel, verstand
Psalm 73:26 | Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten, en mijn Deel in eeuwigheid. |
Psalm 77:7 | Ik dacht aan mijn snarenspel; in den nacht overlegde ik in mijn hart, en mijn geest onderzocht: |
Psalm 78:18 | En zij verzochten God in hun hart, begerende spijs naar hun lust. |
Psalm 78:72 | Ook heeft hij hen geweid naar de oprechtheid zijns harten, en heeft hen geleid met een zeer verstandig beleid zijner handen. |
Psalm 84:6 | Welgelukzalig is de mens, wiens sterkte in U is, in welker hart de gebaande wegen zijn. |
Psalm 86:11 | Leer mij, HEERE! Uw weg; ik zal in Uw waarheid wandelen; verenig mijn hart tot de vreze Uws Naams. |
Psalm 86:12 | Heere, mijn God! ik zal U met mijn ganse hart loven, en ik zal Uw Naam eren in eeuwigheid; |
Psalm 90:12 | Leer [ons] alzo onze dagen tellen, dat wij een wijs hart bekomen. |
Psalm 95:8 | Verhardt uw hart niet, gelijk te Meriba, gelijk ten dage van Massa in de woestijn; |
Psalm 95:10 | Veertig jaren heb Ik verdriet gehad aan [dit] geslacht, en heb gezegd: Zij zijn een volk, dwalende van hart, en zij kennen Mijn wegen niet. |
Psalm 101:2 | Ik zal verstandelijk handelen in den oprechten weg; wanneer zult Gij tot mij komen? Ik zal in het midden mijns huizes wandelen, in oprechtigheid mijns harten. |
Psalm 101:4 | Het verkeerde hart zal van mij wijken; den boze zal ik niet kennen. |
Psalm 101:5 | Die zijn naaste in het heimelijke achterklapt; dien zal ik verdelgen; die hoog van ogen is, en trots van hart, dien zal ik niet vermogen. |
Psalm 104:15 | En den wijn, die het hart des mensen verheugt, doende het aangezicht blinken van olie; en het brood, dat het hart des mensen sterkt. |
Psalm 109:16 | Omdat hij niet gedacht heeft weldadigheid te doen, maar heeft den ellendigen en den nooddruftigen man vervolgd, en den verslagene van hart, om [hem] te doden. |
Psalm 111:1 | Hallelujah! [Aleph.] Ik zal den HEERE loven van ganser harte; [Beth.] In den raad en vergadering der oprechten. |
Psalm 119:7 | Ik zal U loven in oprechtheid des harten, als ik de rechten Uwer gerechtigheid geleerd zal hebben. |
Psalm 139:23 | Doorgrond mij, o God! en ken mijn hart; beproef mij, en ken mijn gedachten. |
Spreuken 4:21 | Laat ze niet wijken van uw ogen, behoud ze in het midden uws harten. |
Spreuken 6:25 | Begeer haar schoonheid niet in uw hart, en laat ze u niet vangen met haar oogleden. |