H4429 מֶלֶךְ
Hammelech, Melech

Bijbelteksten

1 Kronieken 8:35De kinderen van Micha nu waren Pithon, en Melech, en Thaarea, en Achaz.
1 Kronieken 9:41De kinderen van Micha nu waren Pithon, en Melech, en Thaerea.
Jeremia 36:26Daartoe gebood de koning aan Jerahmeel, den zoon van Hammelech, en Zeraja, den zoon van Azriel, en Selemja, den zoon van Abdeel, om den schrijver Baruch en den profeet Jeremia te vangen. Maar de HEERE had hen verborgen.
Jeremia 38:6Toen namen zij Jeremia en wierpen hem in den kuil van Malchia, den zoon van Hammelech, die in het voorhof der bewaring was, en zij lieten Jeremia af met zelen; in den kuil nu was geen water, maar slijk; en Jeremia zonk in het slijk.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen