H5140 נָזַל
pour out, distil, flow, melted, flood, stream
Exodus 15:8 | En door het geblaas van Uw neus zijn de wateren opgehoopt geworden; de stromen hebben overeind gestaan, als een hoop; de afgronden zijn stof geworden in het hart der zee. |
Numeri 24:7 | Er zal water uit zijn emmeren vloeien, en zijn zaad zal in vele wateren zijn; en zijn koning zal boven Agag verheven worden, en zijn koninkrijk zal verhoogd worden. |
Deuteronomium 32:2 | Mijn leer druipe als een regen, mijn rede vloeie als een dauw; als een stofregen op de grasscheutjes, en als druppelen op het kruid. |
Richteren 5:5 | De bergen vervloten van het aangezicht des HEEREN; zelfs Sinai van het aangezicht des HEEREN, des Gods van Israel. |
Job 36:28 | Welke de wolken uitgieten, [en] over den mens overvloediglijk afdruipen. |
Psalm 78:16 | Want Hij bracht stromen voort uit de steenrots, en deed de wateren afdalen als rivieren. |
Psalm 78:44 | En hun vloeden in bloed veranderde, en hun stromen, opdat zij niet zouden drinken. |
Psalm 147:18 | Hij zendt Zijn woord, en doet ze smelten; Hij doet Zijn wind waaien, de wateren vloeien henen. |
Spreuken 5:15 | Drink water uit uw bak, en vloeden uit het midden van uw bornput; |
Hooglied 4:15 | O fontein der hoven, put der levende wateren, die uit Libanon vloeien! |
Hooglied 4:16 | Ontwaak, noordenwind! en kom, Gij zuidenwind! doorwaai mijn hof, dat zijn specerijen [uitvloeien]. O, dat mijn Liefste tot Zijn hof kwame, en ate zijn edele vruchten! |
Jesaja 44:3 | Want Ik zal water gieten op de dorstigen, en stromen op het droge; Ik zal Mijn Geest op uw zaad gieten, en Mijn zegen op uw nakomelingen. |
Jesaja 45:8 | Drupt, gij hemelen! van boven af, en dat de wolken vloeien van gerechtigheid; en de aarde opene zich, en dat allerlei heil uitwasse, en gerechtigheid te zamen uitspruiten; Ik, de HEERE, heb ze geschapen. |
Jesaja 48:21 | En: Zij hadden geen dorst, [toen] Hij hen leidde door de woeste plaatsen; Hij deed hun water uit den rotssteen vlieten; als Hij den rotssteen kliefde, zo vloeiden de wateren daarhenen. |
Jeremia 9:18 | En haasten, en een weeklage over ons opheffen, dat onze ogen van tranen nederdalen, en onze oogleden van water vlieten. |
Jeremia 18:14 | Zal men ook om een rotssteen des velds verlaten de sneeuw van Libanon? Zullen ook de vreemde, koude, vlietende wateren verlaten worden? |