H5158 נַחַל
brook, flood, valley, river, stream

Bijbelteksten

Job 21:33De kluiten des dals zijn hem zoet, en hij trekt na zich alle mensen; en dergenen, die voor hem geweest zijn, is geen getal.
Job 22:24Dan zult gij het goud op het stof leggen, en het [goud van] Ofir bij den rotssteen der beken;
Job 28:4Breekt er een beek door, bij dengene, die daar woont, [de wateren] vergeten zijnde van den voet, worden van den mens uitgeput, [en] gaan weg.
Job 30:6Opdat zij wonen zouden in de kloven der dalen, de holen des stofs en der steenrotsen.
Job 40:17De schaduwachtige bomen bedekken hem, elkeen met zijn schaduw; de beekwilgen omringen hem.
Psalm 18:5Banden des doods hadden mij omvangen, en beken Belials verschrikten mij.
Psalm 36:9Zij worden dronken van de vettigheid Uws huizes; en Gij drenkt hen [uit] de beek Uwer wellusten.
Psalm 74:15Gij hebt een fontein en beek gekliefd; Gij hebt sterke rivieren uitgedroogd.
Psalm 78:20Ziet, Hij heeft den rotssteen geslagen, dat er wateren uitvloeiden, en beken overvloediglijk uitbraken, zou Hij ook brood kunnen geven? Zou Hij Zijn volke vlees toebereiden?
Psalm 83:10Doe hun als Midian, als Sisera, als Jabin aan de beek Kison;
Psalm 104:10Die de fonteinen uitzendt door de dalen, dat zij tussen de gebergten henen wandelen.
Psalm 110:7Hij zal op den weg uit de beek drinken; daarom zal Hij het hoofd omhoog heffen.
Psalm 124:4Toen zouden ons de wateren overlopen hebben; een stroom zou over onze ziel gegaan zijn.
Spreuken 18:4De woorden van den mond eens mans zijn diepe wateren; en de springader der wijsheid is een uitstortende beek.
Spreuken 30:17Het oog, [dat] den vader bespot, of de gehoorzaamheid der moeder veracht, dat zullen de raven der beek uitpikken, en des arends jongen zullen het eten.
Prediker 1:7Al de beken gaan in de zee, nochtans wordt de zee niet vol; naar de plaats, waar de beken heengaan, derwaarts gaande keren zij weder.
Hooglied 6:11Ik ben tot den notenhof afgegaan om de groene vruchten der vallei te zien; om te zien, of de wijnstok bloeide, de granaatbomen uitbotten.
Jesaja 7:19En zij zullen komen, en zij allen zullen rusten in de woeste dalen, en in de kloven der steenrotsen, en in al de doornhagen, en in alle geprezene plaatsen.
Jesaja 11:15Ook zal de HEERE den inham der zee van Egypte verbannen, en Hij zal Zijn hand bewegen tegen de rivier, door de sterkte Zijns winds; en Hij zal dezelve slaan in de zeven stromen, en Hij zal maken, dat men met schoenen daardoor zal gaan.
Jesaja 15:7Daarom zullen zij den overvloed, [dien] zij vergaderd hebben, en hetgeen zij weggelegd hebben, aan de beek der wilgen voeren.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel