H5414 נָתַן
put, deliver, lay, made, up, give, set

Bijbelteksten

Exodus 25:26Ook zult gij vier gouden ringen daaraan maken; en gij zult de ringen zetten aan de vier hoeken, die aan derzelver vier voeten zijn zullen.
Exodus 25:30En gij zult op deze tafel altijd het toonbrood voor Mijn aangezicht leggen.
Exodus 26:32En gij zult hem hangen aan vier pilaren van sittim[hout], met goud overtogen; hun haken zullen van goud zijn; [staande] op vier zilveren voeten.
Exodus 26:33En gij zult den voorhang onder de haakjes hangen, en gij zult de ark der getuigenis aldaar binnen den voorhang brengen; en deze voorhang zal ulieden een scheiding maken tussen het heilige, en tussen het heilige der heiligen.
Exodus 26:34En gij zult het verzoendeksel zetten op de ark der getuigenis, in het heilige der heiligen.
Exodus 26:35De tafel nu zult gij zetten buiten den voorhang, en den kandelaar tegen de tafel over, aan de ene zijde des tabernakels, zuidwaarts; maar de tafel zult gij zetten aan de noordzijde.
Exodus 27:5En gij zult het onder den omloop des altaars van beneden opleggen, alzo dat het net tot het midden des altaars zij.
Exodus 28:14En twee ketentjes van louter goud; gelijk-eindigende zult gij die maken, gedraaid werk; en de gedraaide ketentjes zult gij aan de kastjes hechten.
Exodus 28:23Gij zult ook aan den borstlap twee gouden ringen maken; en gij zult de twee ringen aan de twee einden van den borstlap zetten.
Exodus 28:24Dan zult gij de twee gedraaide gouden [ketentjes] in de twee ringen doen, aan de einden van den borstlap.
Exodus 28:25Maar de twee einden der twee gedraaide [ketentjes] zult gij aan die twee kastjes doen; en gij zult ze zetten aan de schouderbanden van den efod, recht op de voorste zijde van dien.
Exodus 28:27Nog zult gij twee gouden ringen maken, die gij zetten zult aan de twee schouderbanden van den efod, beneden aan de voorste zijde, tegenover zijn voege, boven den kunstelijken riem des efods.
Exodus 28:30Gij zult ook in den borstlap des gerichts de Urim en de Thummim zetten, dat zij op het hart van Aaron zijn, als hij voor het aangezicht des HEEREN ingaan zal; alzo zal Aaron dat gericht der kinderen Israëls geduriglijk op zijn hart dragen, voor het aangezicht des HEEREN.
Exodus 29:3En gij zult ze in een korf leggen, en zult ze in den korf toebrengen, met den var en de twee rammen.
Exodus 29:6En gij zult den hoed op zijn hoofd zetten; de kroon der heiligheid zult gij aan den hoed zetten.
Exodus 29:12Daarna zult gij van het bloed des vars nemen, en met uw vinger op de hoornen des altaars doen; en al het bloed zult gij uitgieten aan den bodem des altaars.
Exodus 29:17En den ram zult gij in zijn delen delen; en gij zult zijn ingewand en zijn schenkelen wassen, en op zijn delen, en op zijn hoofd leggen.
Exodus 29:20En gij zult den ram slachten, en van zijn bloed nemen, en doen het op het [rechter]oorlapje van Aaron, en op het rechteroorlapje van zijn zonen, desgelijks op den duim hunner rechterhand, en op den groten teen huns rechtervoets; en dat bloed zult gij op het altaar sprengen, rondom heen.
Exodus 30:6En gij zult het zetten voor den voorhang, die voor de ark der getuigenis zijn zal; voor het verzoendeksel, hetwelk zijn zal boven de getuigenis, waarheen Ik met u samenkomen zal.
Exodus 30:12Als gij de som van de kinderen Israels opnemen zult, naar de getelden [onder] hen, zo zullen zij een iegelijk de verzoening zijner ziel den HEERE geven, als gij hen tellen zult; opdat onder hen geen plage zij, als gij hen tellen zult.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken