H5608 סָפַר
shew forth, count, number, declare, tell, scribe
Job 15:17 | Ik zal u wijzen, hoor mij aan, en hetgeen ik gezien heb, dat zal ik vertellen; |
Job 28:27 | Toen zag Hij haar, en vertelde ze; Hij schikte ze, en ook doorzocht Hij ze. |
Job 31:4 | Ziet Hij niet mijn wegen, en telt Hij niet al mijn treden? |
Job 37:20 | Zal het Hem verteld worden, als ik [zo] zou spreken? Denkt iemand [dat], gewisselijk, hij zal verslonden worden. |
Job 38:37 | Wie kan de wolken met wijsheid tellen, en wie kan de flessen des hemels nederleggen? |
Job 39:5 | Zult gij de maanden tellen, [die] zij vervullen, en weet gij den tijd van haar baren? |
Psalm 2:7 | Ik zal van het besluit verhalen: de HEERE heeft tot Mij gezegd: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd. |
Psalm 9:2 | Ik zal den HEERE loven met mijn ganse hart; ik zal al Uw wonderen vertellen. |
Psalm 9:15 | Opdat ik Uw gansen lof in de poorten der dochter van Sion vertelle, dat ik mij verheuge in Uw heil. |
Psalm 19:2 | De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt Zijner handen werk. |
Psalm 22:18 | Al mijn beenderen zou ik kunnen tellen; zij schouwen het aan, zij zien op mij. |
Psalm 22:23 | Zo zal ik Uw Naam mijn broederen vertellen; in het midden der gemeente zal ik U prijzen. |
Psalm 22:31 | Het zaad zal Hem dienen; het zal den HEERE aangeschreven worden tot in geslachten. |
Psalm 26:7 | Om te doen horen de stem des lofs, en om te vertellen al Uw wonderen. |
Psalm 40:6 | Gij, o HEERE, mijn God! hebt Uw wonderen en Uw gedachten aan ons vele gemaakt, men kan ze niet in orde bij U verhalen; zal ik ze verkondigen en uitspreken, zo zijn zij menigvuldiger dan dat ik ze zou kunnen vertellen. |
Psalm 44:2 | O God! wij hebben het met onze oren gehoord, onze vaders hebben het ons verteld: Gij hebt een werk gewrocht in hun dagen, in de dagen van ouds. |
Psalm 45:2 | Mijn hart geeft een goede rede op; ik zegge mijn gedichten uit van een Koning; mijn tong is een pen eens vaardigen schrijvers. |
Psalm 48:13 | Gaat rondom Sion, en omringt haar; telt haar torens; |
Psalm 48:14 | Zet uw hart op haar vesting; beschouwt onderscheidenlijk haar paleizen, opdat gij het aan het navolgende geslacht vertelt. |
Psalm 50:16 | Maar tot den goddeloze zegt God: Wat hebt gij Mijn inzettingen te vertellen, en neemt Mijn verbond in uw mond? |