H6675 צוֹאָה
filthiness, dung, filth

Bijbelteksten

Spreuken 30:12Een geslacht, dat rein in zijn ogen is, en van zijn drek niet gewassen is;
Jesaja 4:4Als de Heere zal afgewassen hebben den drek der dochteren van Sion, en de bloedschulden van Jeruzalem zal verdreven hebben uit derzelver midden, door den Geest des oordeels, en door den Geest der uitbranding.
Jesaja 28:8Want alle tafels zijn vol van uitspuwsel [en] van drek, zodat er geen plaats [schoon] is.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs