Genesis 6:14 | Maak u een ark van goferhout; met kameren zult gij deze ark maken; en gij zult die bepekken van binnen en van buiten met pek. |
Numeri 24:21 | Toen hij de Kenieten zag, zo hief hij zijn spreuk op, en zeide: Uw woning is vast, en gij hebt uw nest in een steenrots gelegd. |
Deuteronomium 22:6 | Wanneer voor uw aangezicht een vogelnest op den weg voorkomt, in enigen boom, of op de aarde, met jongen of eieren, en de moeder zittende op de jongen of op de eieren, zo zult gij de moeder met de jongen niet nemen. |
Deuteronomium 32:11 | Gelijk een arend zijn nest opwekt, over zijn jongen zweeft, zijn vleugelen uitbreidt, ze neemt en ze draagt op zijn vlerken; |
Job 29:18 | En ik zeide: Ik zal in mijn nest den geest geven, en ik zal de dagen vermenigvuldigen als het zand. |
Job 39:30 | Is het naar uw bevel, dat de arend zich omhoog verheft, en dat hij zijn nest in de hoogte maakt? |
Psalm 84:4 | Zelfs vindt de mus een huis, en de zwaluw een nest voor zich, waar zij haar jongen legt, bij Uw altaren, HEERE der heirscharen, mijn Koning, en mijn God! |
Spreuken 27:8 | Gelijk een vogel is, die uit zijn nest omdoolt, alzo is een man, die omdoolt uit zijn plaats. |
Jesaja 10:14 | En mijn hand heeft gevonden het vermogen der volken, als een nest, en ik heb het ganse aardrijk samengeraapt, gelijk men de eieren die verlaten zijn, samenraapt; en er is niemand geweest, die een vleugel verroerde, of den bek opendeed, of piepte. |
Jesaja 16:2 | Anderszins zal het geschieden, dat de dochteren van Moab aan de veren van Arnon zullen zijn, als een zwervende vogel, [uit] het nest gedreven zijnde. |
Jeremia 49:16 | Uw schrikkelijkheid heeft u bedrogen, [en] de trotsheid uws harten, gij, die woont in de kloven der steenrotsen, die u houdt op de hoogte der heuvelen! Al zoudt gij uw nest [zo] hoog maken als de arend, zo zal Ik u van daar nederstoten, spreekt de HEERE. |
Obadja 1:4 | Al verhieft gij u gelijk de arend, en al steldet gij uw nest tussen de sterren, zo zal Ik u van daar nederstoten, spreekt de HEERE. |
Habakuk 2:9 | Wee dien, die met kwade gierigheid giert voor zijn huis, opdat hij in de hoogte zijn nest stelle, om bevrijd te zijn uit de hand des kwaads. |