H7311 רוּם
high, exalt, offer, (lift, hold, give, etc...) up,
Psalm 9:14 | Wees mij genadig, HEERE, zie mijn ellende aan, van mijn haters [mij aangedaan], Gij, Die mij verhoogt uit de poorten des doods; |
Psalm 12:9 | De goddelozen draven rondom, wanneer de snoodsten van des mensenkinderen verhoogd worden. |
Psalm 13:3 | Hoe lang zal ik raadslagen voornemen in mijn ziel, droefenis in mijn hart bij dag? Hoe lang zal mijn vijand over mij verhoogd zijn? |
Psalm 18:28 | Want Gij verlost het bedrukte volk, maar de hoge ogen vernedert Gij. |
Psalm 18:47 | De HEERE leeft, en geloofd zij mijn Rotssteen, en verhoogd zij de God mijns heils! |
Psalm 18:49 | Die mij uithelpt van mijn vijanden; ja, Gij verhoogt mij boven degenen, die tegen mij opstaan; Gij redt mij van den man des gewelds. |
Psalm 21:14 | Verhoog U, HEERE! in Uw sterkte; zo zullen wij zingen, en Uw macht met psalmen loven. |
Psalm 27:5 | Want Hij versteekt mij in Zijn hut, ten dage des kwaads; Hij verbergt mij in het verborgene Zijner tent; Hij verhoogt mij op een rotssteen. |
Psalm 27:6 | Ook nu zal mijn hoofd verhoogd worden boven mijn vijanden, die rondom mij zijn, en ik zal in Zijn tent offeranden des geklanks offeren; ik zal zingen, ja, psalmzingen den HEERE. |
Psalm 30:2 | Ik zal U verhogen, HEERE, want Gij hebt mij opgetrokken, en mijn vijanden over mij niet verblijd. |
Psalm 34:4 | [Gimel.] Maakt den HEERE met mij groot, en laat ons Zijn Naam samen verhogen. |
Psalm 37:34 | [Koph.] Wacht op den HEERE, en houd Zijn weg, en Hij zal u verhogen, om de aarde erfelijk te bezitten; gij zult zien, dat de goddelozen worden uitgeroeid. |
Psalm 46:11 | Laat af, en weet, dat Ik God ben; Ik zal verhoogd worden onder de heidenen, Ik zal verhoogd worden op de aarde. |
Psalm 57:6 | Verhef U boven de hemelen, o God! Uw eer zij over de ganse aarde. |
Psalm 57:12 | Verhef U boven de hemelen, o God! Uw eer zij over de ganse aarde. |
Psalm 61:3 | Van het einde des lands roep ik tot U als mijn hart overstelpt is; leid mij op een rotssteen, [die] mij te hoog zou zijn. |
Psalm 66:7 | Hij heerst eeuwiglijk met Zijn macht; Zijn ogen houden wacht over de heidenen; laat de afvalligen niet verhoogd worden. Sela. |
Psalm 74:3 | Hef Uw voeten op tot de eeuwige verwoestingen; de vijand heeft alles in het heiligdom verdorven. |
Psalm 75:5 | Ik heb gezegd tot de onzinnigen: Weest niet onzinnig; en tot de goddelozen: Verhoogt den hoorn niet. |
Psalm 75:6 | Verhoogt uw hoorn niet omhoog; spreekt [niet] met stijven hals. |