Psalm 147:6 | De HEERE houdt de zachtmoedigen staande; de goddelozen vernedert Hij, tot de aarde toe. |
Spreuken 2:22 | Maar de goddelozen zullen van de aarde uitgeroeid worden, en de trouwelozen zullen er van uitgerukt worden. |
Spreuken 3:25 | Vrees niet voor haastigen schrik, noch voor de verwoesting der goddelozen, als zij komt. |
Spreuken 3:33 | De vloek des HEEREN is in het huis des goddelozen; maar de woning der rechtvaardigen zal Hij zegenen. |
Spreuken 4:14 | Kom niet op het pad der goddelozen, en treed niet op den weg der bozen. |
Spreuken 4:19 | De weg der goddelozen is als donkerheid, zij weten niet, waarover zij struikelen zullen. |
Spreuken 5:22 | Den goddeloze zullen zijn ongerechtigheden vangen, en met de banden zijner zonden zal hij vastgehouden worden. |
Spreuken 9:7 | Wie den spotter tuchtigt, behaalt zich schande; en die den goddeloze bestraft, zijn schandvlek. |
Spreuken 10:3 | De HEERE laat de ziel des rechtvaardigen niet hongeren; maar de have der goddelozen stoot Hij weg. |
Spreuken 10:6 | Zegeningen zijn op het hoofd des rechtvaardigen; maar het geweld bedekt den mond der goddelozen. |
Spreuken 10:7 | De gedachtenis des rechtvaardigen zal tot zegening zijn; maar de naam der goddelozen zal verrotten. |
Spreuken 10:11 | De mond des rechtvaardigen is een springader des levens; maar het geweld bedekt den mond der goddelozen. |
Spreuken 10:16 | Het werk des rechtvaardigen is ten leven; de inkomst des goddelozen is ter zonde. |
Spreuken 10:20 | De tong des rechtvaardigen is uitgelezen zilver; het hart der goddelozen is weinig [waard]. |
Spreuken 10:24 | De vreze des goddelozen, die zal hem overkomen; maar de begeerte der rechtvaardigen zal [God] geven. |
Spreuken 10:25 | Gelijk een wervelwind voorbijgaat, alzo is de goddeloze niet [meer]; maar de rechtvaardige is een eeuwige grondvest. |
Spreuken 10:27 | De vreze des HEEREN vermeerdert de dagen; maar de jaren der goddelozen worden verkort. |
Spreuken 10:28 | De hoop der rechtvaardigen is blijdschap; maar de verwachting der goddelozen zal vergaan. |
Spreuken 10:30 | De rechtvaardige zal in eeuwigheid niet bewogen worden; maar de goddelozen zullen de aarde niet bewonen. |
Spreuken 10:32 | De lippen des rechtvaardigen weten wat welgevallig is; maar de mond der goddelozen enkel verkeerdheid. |