Ezechiel 47:6 | En hij zeide tot mij: Hebt gij het gezien, mensenkind? Toen voerde hij mij, en bracht mij weder tot aan den oever der beek. |
Ezechiel 47:7 | Als ik wederkeerde, ziet, zo was er aan den oever der beek zeer veel geboomte, van deze en van gene zijde. |
Daniel 9:13 | Gelijk als in de wet van Mozes geschreven is, [alzo] is al dat kwaad over ons gekomen; en wij smeekten het aangezicht des HEEREN, onzes Gods, niet, afkerende van onze ongerechtigheden, en verstandelijk acht gevende op Uw waarheid. |
Daniel 9:16 | O Heere! naar al Uw gerechtigheden, laat toch Uw toorn en Uw grimmigheid afgekeerd worden van Uw stad Jeruzalem, Uw heiligen berg; want om onzer zonden wil en om onzer vaderen ongerechtigheden, zijn Jeruzalem en Uw volk tot versmaadheid bij allen, die rondom ons zijn. |
Daniel 9:25 | Weet dan, en versta: van den uitgang des woords, om te doen wederkeren, en om Jeruzalem te bouwen, tot op Messias den Vorst, zijn zeven weken, en twee en zestig weken; de straten, en de grachten zullen wederom gebouwd worden, doch in benauwdheid der tijden. |
Daniel 10:20 | Toen zeide Hij: Weet gij, waarom dat Ik tot u gekomen ben? Doch nu zal Ik wederkeren om te strijden tegen den vorst der Perzen; en als Ik zal uitgegaan zijn, ziet, zo zal de vorst van Griekenland komen. |
Daniel 11:9 | Alzo zal de koning van het Zuiden in het koninkrijk komen, en hij zal wederom in zijn land trekken. |
Daniel 11:10 | Doch zijn zonen zullen zich [in strijd] mengen, en zij zullen een menigte van grote heiren verzamelen; en [een van hen] zal snellijk komen, en als een vloed overstromen en doortrekken; en hij zal wederom komen, en zich [in den strijd] mengen, tot aan zijn sterke plaats toe. |
Daniel 11:13 | Want de koning van het Noorden zal wederkeren, en hij zal een groter menigte dan de eerste was, oprichten; en aan het einde van de tijden der jaren, zal hij snellijk komen met een grote heirkracht, en met groot goed. |
Daniel 11:18 | Daarna zal hij zijn aangezicht tot de eilanden keren, en hij zal er vele innemen; doch een overste zal zijn smaad tegen hem doen ophouden, behalve dat hij zijn smaad op hem zal doen wederkeren. |
Daniel 11:19 | En hij zal zijn aangezicht keren naar de sterkten zijns lands, en hij zal aanstoten, en vallen, en niet gevonden worden. |
Daniel 11:28 | En hij zal [in] zijn land wederkeren met groot goed, en zijn hart zal zijn tegen het heilig verbond; en hij zal het doen, en wederkeren in zijn land. |
Daniel 11:29 | Ter bestemder tijd zal hij wederkeren, en tegen het Zuiden komen, doch het zal niet zijn gelijk de eerste, noch gelijk de laatste [reize]. |
Daniel 11:30 | Want er zullen schepen van Chittim tegen hem komen, daarom zal hij met smart bevangen worden, en hij zal wederkeren, en gram worden tegen het heilig verbond, en hij zal het doen; want wederkerende zal hij acht geven op de verlaters des heiligen verbonds. |
Hosea 2:6 | En zij zal haar boelen nalopen, maar dezelve niet aantreffen; en zij zal hen zoeken, maar niet vinden; dan zal zij zeggen: Ik zal henengaan, en keren weder tot mijn vorigen Man, want toen was mij beter dan nu. |
Hosea 2:8 | Daarom zal Ik wederkomen, en Mijn koren wegnemen op zijn tijd, en Mijn most op zijn gezetten tijd; en Ik zal wegrukken Mijn wol en Mijn vlas, [dienende] om haar naaktheid te bedekken. |
Hosea 3:5 | Daarna zullen zich de kinderen Israëls bekeren, en zoeken den HEERE, hun God, en David, hun koning; en zij zullen vrezende komen tot den HEERE en tot Zijn goedheid, in het laatste der dagen. |
Hosea 4:9 | Daarom, gelijk het volk, alzo zal de priester zijn; en Ik zal zijn wegen over hem bezoeken, en zijn handelingen hem vergelden. |
Hosea 5:4 | Zij stellen hun handelingen niet aan, om zich tot hun God te bekeren; want de geest der hoererijen is in het midden van hen, en den HEERE kennen zij niet. |
Hosea 5:15 | Ik zal henengaan [en] keren weder tot Mijn plaats, totdat zij zichzelven schuldig kennen en Mijn aangezicht zoeken; als hun bange zal zijn, zullen zij Mij vroeg zoeken. |