H7752 שׁוֹט
whip, scourge

Bijbelteksten

1 Koningen 12:11Indien nu mijn vader een zwaar juk op u heeft doen laden, zo zal ik boven uw juk nog daartoe doen; mijn vader heeft u met geselen gekastijd, maar ik zal u met schorpioenen kastijden.
1 Koningen 12:14En hij sprak tot hen naar den raad der jongelingen, zeggende: Mijn vader heeft uw juk zwaar gemaakt, maar ik zal boven uw juk nog daartoe doen; mijn vader heeft u met geselen gekastijd, maar ik zal u met schorpioenen kastijden.
2 Kronieken 10:11Indien nu mijn vader een zwaar juk op u heeft doen laden, zo zal ik boven uw juk nog daartoe doen; mijn vader heeft u met geselen gekastijd, maar ik [zal u] met schorpioenen [kastijden].
2 Kronieken 10:14En hij sprak tot hen naar den raad der jongelingen, zeggende: Mijn vader heeft uw juk zwaar gemaakt, maar ik zal nog daarboven toedoen; mijn vader heeft u met geselen gekastijd, maar ik [zal u] met schorpioenen [kastijden].
Job 5:21Tegen den gesel der tong zult gij verborgen wezen, en gij zult niet vrezen voor de verwoesting, als zij komt.
Job 9:23Als de gesel haastelijk doodt, bespot Hij de verzoeking der onschuldigen.
Spreuken 26:3Een zweep is voor het paard, een toom voor den ezel, en een roede voor den rug der zotten.
Jesaja 10:26Want de HEERE der heirscharen zal tegen hem een gesel verwekken, gelijk de slachting van Midian was aan de rots van Oreb; en [gelijk] Zijn staf over de zee was, denwelken Hij verheffen zal, naar de wijze der Egyptenaren.
Jesaja 28:15Omdat gijlieden zegt: Wij hebben een verbond met den dood gemaakt, en met de hel hebben wij een voorzichtig verdrag gemaakt; wanneer de overvloeiende gesel doortrekken zal, zal hij tot ons niet komen; want wij hebben de leugen ons tot een toevlucht gesteld, en onder de valsheid hebben wij ons verborgen.
Jesaja 28:18En ulieder verbond met den dood zal te niet worden, en uw voorzichtig verdrag met de hel zal niet bestaan; wanneer de overvloeiende gesel doortrekken zal, dan zult gijlieden van denzelven vertreden worden.
Nahum 3:2Er is het geklap der zweep, en het geluid van het bulderen der raderen; en de paarden stampen, en de wagens springen op.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel