H8487 תֵּימָן
Teman, Theman

Bijbelteksten

Genesis 36:11En de zonen van Elifaz waren: Teman, Omar, Zefo, en Gaetam, en Kenaz.
Genesis 36:15Dit zijn de vorsten der zonen van Ezau: de zonen van Elifaz, den eerstgeborene van Ezau, waren: de vorst Teman, de vorst Omar, de vorst Zefo, de vorst Kenaz.
Genesis 36:42De vorst Kenaz, de vorst Teman, de vorst Mibzar,
1 Kronieken 1:36De kinderen van Elifaz waren Theman, en Omar, Zefi, en Gaetham, Kenaz, en Timna, en Amalek.
1 Kronieken 1:53De vorst Kenaz, de vorst Theman, de vorst Mibzar,
Jeremia 49:7Tegen Edom zegt de HEERE der heirscharen alzo: Is er dan geen wijsheid meer te Theman? Is de raad vergaan van de verstandigen? Is hunlieder wijsheid onnut geworden?
Jeremia 49:20Daarom hoort des HEEREN raadslag, dien Hij over Edom heeft beraadslaagd, en Zijn gedachten, die Hij gedacht heeft over de inwoners van Theman: Zo de geringsten van de kudde hen niet zullen nedertrekken! Indien hij hunlieder woning niet boven hen zal verwoesten!
Ezechiel 25:13Daarom, alzo zegt de Heere HEERE: Ik zal ook Mijn hand uitstrekken tegen Edom, en Ik zal mens en beest uit haar uitroeien; en zal haar [tot] een woestheid stellen van Theman af; en zij zullen [tot] Dedan [toe] door het zwaard vallen.
Amos 1:12Daarom zal Ik een vuur zenden in Theman, dat zal de paleizen van Bozra verteren.
Obadja 1:9Ook zullen uw helden, o Theman! versaagd zijn; opdat een ieder uit Ezau's gebergte door den moord worde uitgeroeid.
Habakuk 3:3God kwam van Theman, en de Heilige van den berg Paran. Sela. Zijn heerlijkheid bedekte de hemelen, en het aardrijk was vol van Zijn lof.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken