H8597 תִּפְאָרָה
beauty, glorious, fair, glory, honour, beautiful,
Exodus 28:2 | En gij zult voor uw broeder Aaron heilige klederen maken, tot heerlijkheid en tot sieraad. |
Exodus 28:40 | Voor de zonen van Aaron zult gij ook rokken maken, en gij zult voor hen gordels maken; ook zult gij voor hen mutsen maken, tot heerlijkheid en sieraad. |
Deuteronomium 26:19 | Opdat Hij u alzo boven al de volken, die Hij gemaakt heeft, hoog zette, tot lof, en tot een naam, en tot heerlijkheid; en opdat gij een heilig volk zijt den HEERE, uw God, gelijk als Hij gesproken heeft. |
Richteren 4:9 | En zij zeide: Ik zal zekerlijk met u trekken, behalve dat de eer de uwe niet zal zijn op dezen weg, dien gij wandelt; want de HEERE zal Sisera verkopen in de hand ener vrouw. Alzo maakte Debora zich op, en toog met Barak naar Kedes. |
1 Kronieken 22:5 | Want David zeide: Mijn zoon Salomo is een jongeling en teder; en het huis, dat men den HEERE bouwen zal, zal men ten hoogste groot maken, tot een Naam en tot heerlijkheid in alle landen; ik zal hem nu [voorraad] bereiden. Alzo bereidde David [voorraad] in menigte voor zijn dood. |
1 Kronieken 29:11 | Uw, o HEERE, is de grootheid, en de macht, en de heerlijkheid, en de overwinning, en de majesteit; want alles, wat in den hemel en op aarde is, [is Uw]: Uw, o HEERE, is het Koninkrijk, en Gij hebt U verhoogd tot een Hoofd boven alles. |
1 Kronieken 29:13 | Nu dan, onze God, wij danken U, en loven den Naam Uwer heerlijkheid. |
2 Kronieken 3:6 | Hij overtoog ook het huis met kostelijke stenen tot versiering; het goud nu was goud van Parvaim. |
Esther 1:4 | Als hij vertoonde den rijkdom der heerlijkheid zijns rijks, en de kostelijkheid des sieraads zijner grootheid, vele dagen lang, honderd en tachtig dagen. |
Psalm 71:8 | Laat mijn mond vervuld worden met Uw lof, den gansen dag met Uw heerlijkheid. |
Psalm 78:61 | En Hij gaf Zijn sterkte in de gevangenis, en Zijn heerlijkheid in de hand des wederpartijders. |
Psalm 89:18 | Want Gij zijt de heerlijkheid hunner sterkte; en door Uw welbehagen zal onze hoorn verhoogd worden. |
Psalm 96:6 | Majesteit en heerlijkheid zijn voor Zijn aangezicht, sterkte en sieraad in Zijn heiligdom. |
Spreuken 4:9 | Zij zal uw hoofd een aangenaam toevoegsel geven, een sierlijke kroon zal zij u leveren. |
Spreuken 16:31 | De grijsheid is een sierlijke kroon; zij wordt op den weg der gerechtigheid gevonden. |
Spreuken 17:6 | De kroon der ouden zijn de kindskinderen, en der kinderen sieraad zijn hun vaderen. |
Spreuken 19:11 | Het verstand des mensen vertrekt zijn toorn; en zijn sieraad is de overtreding voorbij te gaan. |
Spreuken 20:29 | Der jongelingen sieraad is hun kracht, en der ouden heerlijkheid is de grijsheid. |
Spreuken 28:12 | Als de rechtvaardigen opspringen van vreugde, is er grote heerlijkheid; maar als de goddelozen opkomen, wordt de mens nauw gezocht. |
Jesaja 3:18 | Ten zelfden dage zal de HEERE wegnemen het sieraad der kousebanden, en de netjes, en de maantjes. |