G2951_κύμινον
komijn
Taal: Grieks

Onderwerpen

Komijn,

Statistieken

Komt 1x voor in 1 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie

kyminon,

Het Nederlandse "Komijn" en het Engelse cumin komt van het Latijn cuminum, welke een leenwoord is uit het Grieks kyminon (κύμινον). De origine van het woord is verder te herleiden uit semitische talen: Aramees kamuna (ܟܡܘܢܐ), Hebreeuws kammon (כמן), Egyptisch kamnini, Akkadisch kamûnu. Moderne Semitische talen hebben vaak gelijk luidende vormen: Arabisch kamoun (كمون), modern Hebreeuws kamon (כמון) en Amharisch kemun (ከሙን). Vermoedelijjk hebben al deze vormen een Sumerische herkomst gamun, overgeleverd vanuit het Akkadisch kamûnu.


Bronnen

Lexicon G. Abbott-Smith

Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)

κύμινον, -ου, τό, [in LXX: Is 28:25, 27 (כַּמֹּן H3646)*;] cummin: Mt 23:23.†

Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon

Voor meer informatie: Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon (1940)

κύμῑνον ῠ, τό,
  cummin, Hippocrates Medicus “περὶ διαίτης ὀξέων” 23, Antiphanes Comicus 142.2, Alexander Rhetor 127.6, LXX.Isa.28.25, “PTeb.” 112.13 (2nd c.BC)+5th c.BC+, etc.; κύμινον ἔπρισεν, proverbial of a skinflint, Sophron Comicus 110, compare Menander Comicus 1025, Theocritus Poeta Bucolicus 10.55 ; κ. ἥμερον, Cuminum Cyminum, Dioscorides (Dioscurides) Medicus 3.59, compare Theophrastus Philosophus “Historia Plantarum” 1.11.2, Nicander Epicus “Theriaca” 601; κ. ἄγριον (ἀγρότερον prev. work 710) , wild cummin, Lagoecia cuminoeides, Dioscorides (Dioscurides) Medicus 3.60 ; κ. ἄγριον ἕτερον, Nigella arvensis, prev. work61 ; κ. αἰθιοπικόν Diocl. fragment 87. (Cf. Hebrew “Kammôn.”)

Synoniemen en afgeleide woorden

Hebreeuws כַּמֹּן H3646 "komijn";

Literatuur


Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij