H732_ אָרַח
gaat over weg, (een) reizenden (man), wandelaar, verkeren, reiziger
Taal: Hebreeuws

Statistieken

Komt 5x voor in 4 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie



Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon

אָרַח vb. wander, journey, go 1 journey, go 2 Pt. wandering, wayfaring, journeying; as subst. wanderer, wayfarer, traveller

Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible

H732 אָרַח ʼârach; a primitive root; to travel — go, wayfaring (man).

Synoniemen en afgeleide woorden

Hebreeuws אָרַח H733 "Arach, Arah"; Hebreeuws אֹרַח H734 "weg, karavaan, reizigers, wijze, wandel, gangen, baan, reiziger, baan, pad(en), pad, weg(en)"; Hebreeuws אֹרְחָה H736 "reizende gezelschappen, karavaan, reisgezelschap"; Hebreeuws אֲרֻחָה H737 "schotel, gerecht, levensonderhoud, tering, reiskost";

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij