H1254_ בָּרָא
scheppen, creëren, Schepper, mest, neerhouwen, afsnijden, uitsnijden
Taal: Hebreeuws

Onderwerpen

Creationisme, Schepping,

Statistieken

Komt 55x voor in 14 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie

bara', ww., TWOT 278


1) qal scheppen (Gen. 1:1); 1a) nifal geschapen worden (Ex. 34:10; Ps. 148:5); 2) vet zijn (1 Sam. 2:29) (P. Broer, p. 51; E. Klein, p. 82); 2a) hifil zich tegoed doen, vet zijn (1 Sam. 2:29); 3) vellen, rooien van bomen (P. Broer, p. 51; E. Klein, p. 82); piel rooien, stukhakken (Joz. 17:15, 18; Ezech. 21:19; 23:47);



Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon

[בָּרָא] vb. be fatHiph. 1 S 2:29 to make yourself fat

Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible

H1254 בָּרָא bârâʼ; a primitive root; (absolutely) to create; (qualified) to cut down (a wood), select, feed (as formative processes) — choose, create (creator), cut down, dispatch, do, make (fat).

Synoniemen en afgeleide woorden

Grieks κτίζω G2936 "scheppen, stichten, bevolken"; Grieks μόρφωσις G3446 "vormen, scheppen"; Hebreeuws בֵּית בִּרְאִי H1011 "Beth-biri, Beth-birei"; Hebreeuws בְּרָאיָה H1256 "Beraja"; Hebreeuws בָּרִיא H1277 "dik, zwaarlijvig, vet van vlees, smoutig, vetter, gemest, fris, vet"; Hebreeuws בְּרִיאָה H1278 "iets nieuws, wat nieuws"; Hebreeuws בְּרִית H1285 "vredesverbond, zoutverbond, verbond, broederbond, bondgenoten"; Hebreeuws עָשָׂה H6213 "doen, maken, fabriceren";

Literatuur


Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen