Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
bara', ww., TWOT 278
1) qal scheppen (Gen. 1:1); 1a) nifal geschapen worden (Ex. 34:10; Ps. 148:5); 2) vet zijn (1 Sam. 2:29) (P. Broer, p. 51; E. Klein, p. 82); 2a) hifil zich tegoed doen, vet zijn (1 Sam. 2:29); 3) vellen, rooien van bomen (P. Broer, p. 51; E. Klein, p. 82); piel rooien, stukhakken (Joz. 17:15, 18; Ezech. 21:19; 23:47);