H1346_ גַּאֲוָה
beschermend trots, hittiglijk, hovaardigen, hoogheid, hovaardig, hoogmoed, hovaardij
Taal: Hebreeuws

Statistieken

Komt 19x voor in 7 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie

gaʾăwâ, zn. vrl.; TWOT 299d; afgeleid van גָּאָה H1342;


Het Nederlands kapsones "hoogmoedig" van Jiddisch גאַותנות gawsönes van Ivr. גַּאַוְתָנוּת (H. Beem, p. 76; Etymologiebank, kapsones) van MHebr. גַּאַוְתָן van גַּאֲוָה (E. Klein, p. 88).



Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon

גַּאֲוָה n.f. majesty, pride 1 rising up, swelling of the sea 2 majesty 3 pride, haughtiness

Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible

H1346 גַּאֲוָה gaʼăvâh; xlit gaʻăvâh corrected to gaʼăvâh from 1342; arrogance or majesty; by implication, (concretely) ornament — excellency, haughtiness, highness, pride, proudly, swelling.

Synoniemen en afgeleide woorden

Hebreeuws גָּאָה H1342 "opschieten, hogelijk verheven, hoog verheven, zich verheffen, waren hoog, zo hoog"; Hebreeuws גָּאוֹן H1347 "hovaardigheid, trots, heerlijkheid, majesteit, hoogheid, hoogmoed, hovaardij, pronk"; Hebreeuws גֵּאוּת H1348 "grootse dingen, trots, majesteit, hoogheid, hovaardig, overmoed, hovaardigheid, heerlijke dingen";

Literatuur


Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

TuinTuin