H1409_ גָּד
geluk, bende, hoop, Gad
Taal: Hebreeuws

Onderwerpen

Gad (afgod), Gad (doorverwijspagina), Jupiter,

Statistieken

Komt 2x voor in 2 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie

gād, zn. mnl.; TWOT 313d; etymologie onbekend, vergelijk JAram.–Syr. גַּדָּא, Egypt.–Aram., Nab. en Palm. גדא, Arab. jadd "geluk, fortuin" (E. Klein,p. 91).


1) geluk (Gen. 30:11); 2) Gad, god van fortuin (Jes. 65:11), komt vaak voor in Phoen. en Aram. inscripties en als een element in veel Phoen. en Aram. privénamen (E. Klein,p. 91), cf. Baal-Gad en Migdal-Gad; 3) verwijzing naar de planeet Jupiter (E. Klein,p. 91; G.V. Schiaparelli, p. 44-45).



Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon

[גַּד 1 n. [m.] fortune, good fortune 2 n. pr. m. god of fortune

Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible

H1409 גָּד gâd; from 1464 (in the sense of distributing); fortune — troop.

Synoniemen en afgeleide woorden

Hebreeuws בַּעַל גָּד H1171 "Baal-gad, Baal Gad"; Hebreeuws גַּד H1408 "bende, Gad"; Hebreeuws גָּדִי H1424 "Gadi"; Hebreeuws גַּדִּיאֵל H1427 "Gaddiel"; Hebreeuws גּוּד H1464 "aanvallen, belagen"; Hebreeuws עַזְגָּד H5803 "Azgad";

Literatuur


Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen